175

Lerares van de apostelen

Maar denk niet alleen aan jezelf; zorg dat je hart steeds groter wordt totdat er plaats is voor de hele mensheid. Denk allereerst aan de mensen om je heen — je ouders, vrienden, collega”s — en bekijk hoe je ze tot een diepere vriendschap met God kunt brengen. Als het integere en goede mensen zijn die in staat zijn de Heer van dichtbij te volgen, beveel ze dan in het bijzonder bij Onze Lieve Vrouw aan. En bid ook voor de vele mensen die je niet kent, want we zijn allemaal aan boord van hetzelfde schip.

Wees loyaal en edelmoedig. We maken allen deel uit van één enkel lichaam, van het mystiek Lichaam van Christus, de heilige Kerk, waartoe velen zijn geroepen die met een zuiver hart de waarheid zoeken. Daarom hebben we de plicht andere mensen de warmte en de diepte van Christus” liefde te laten zien. De christen mag geen egoïst zijn, want dan zou hij zijn eigen roeping verraden. De mentaliteit van iemand die zich ermee tevreden stelt zijn eigen ziel in vrede te bewaren — wat overigens een valse vrede is — en zich niet bekommert om het welzijn van anderen, is niet van Christus. Hebben we ons eenmaal voor de ware zin van het menselijk leven opengesteld die ons door het geloof is geopenbaard, dan kunnen we niet in de overtuiging leven dat we ons goed gedragen zolang we niet proberen om op een praktische en concrete manier andere mensen dichter bij God te brengen.

Er is een reële hindernis voor het apostolaat: het menselijk opzicht, de angst om thema”s van het geloof aan te raken omdat zo”n gesprek in sommige kringen misschien niet goed zal vallen en het risico bestaat dat er een gevoelige snaar wordt geraakt. Maar al te vaak wordt zo geredeneerd om het egoïsme te verdoezelen! Het is niet de bedoeling wie dan ook te kwetsen, in tegendeel, het gaat erom te dienen. Ook al kunnen we persoonlijk niet waardig zijn, de genade van God heeft ons tot instrumenten gemaakt om anderen te kunnen helpen door hun het goede nieuws mee te delen dat God wil dat alle mensen gered worden en tot de kennis van de waarheid komen (1 Tim 2, 4).

Maar mag je je wel in het leven van anderen mengen? Ja, dat is zelfs noodzakelijk. Christus heeft zich in ons leven gemengd zonder ons daar toestemming voor te vragen. Hij deed dat ook bij zijn eerste leerlingen: Toen Hij eens langs het meer van Galilea liep, zag Hij Simon en de broer van Simon, Andreas, terwijl zij bezig waren het net uit te werpen in het meer; zij waren namelijk vissers. Jezus sprak tot hen: Komt, volgt Mij; Ik zal maken, dat gij vissers van mensen wordt (Mc 1, 16-17). Ieder van ons heeft de vrijheid — een verkeerd begrepen vrijheid — om nee te zeggen tegen God, zoals de jongeman die veel rijkdommen bezat, (zie Lc 18, 23). over wie de heilige Lucas spreekt. Maar de Heer en wij hebben het recht en de plicht, als we gehoorzamen aan de oproep gaat en onderwijst, (zie Mc 16, 15) om over God te spreken. Dit is het grote thema van de mensen, want het verlangen naar God is het diepste verlangen dat in het hart van de mens leeft.

Heilige Maria, Regina apostolorum, koningin van de apostelen, koningin van ieder die het verlangen heeft om anderen kennis te laten maken met de liefde van uw Zoon: U begrijpt onze ellende heel goed, vraag daarom vergiffenis voor wat in ons leven vuur had kunnen zijn en niet meer is dan as, voor licht dat geen licht meer geeft, voor zout dat smakeloos is geworden. Moeder van God, smekende almacht: geef ons, met de vergiffenis, de kracht om echt vanuit de hoop en de liefde te leven, om anderen het geloof in Christus te kunnen brengen.

Dit punt in een andere taal