51

Maar ook dit nuttig zijn en deze deskundigheid in het beroep moeten gedragen worden door een geest van dienstbaarheid, door de wens een bijdrage te leveren aan het welzijn van anderen. Voor de heilige Jozef was dit fundamenteel en dat zou het voor iedere christen moeten zijn. Hij zocht geen zelfbevestiging in zijn werk, hoewel de toewijding waarmee hij het deed een rijpe, buitengewone persoonlijkheid van hem maakte. Hij werkte in het besef dat hij de wil van God vervulde en daarbij had hij het welzijn van de zijnen, Jezus en Maria, en dat van alle inwoners van het kleine Nazareth voor ogen.

Jozef was waarschijnlijk een van de weinige vakmensen in Nazareth, zo niet de enige. Mogelijk was hij timmerman, maar zoals doorgaans in kleine dorpen gebeurt zal hij ook tot andere dingen in staat zijn geweest: een kapotte molen weer op gang krijgen, of voor het invallen van de winter de scheuren in een dak repareren. Hij zal door zijn grondige aanpak veel mensen uit de narigheid geholpen hebben. Zijn werk stond in dienst van de mensen, hij wilde het leven van de bewoners in het dorpje aangenamer maken. Hij zal met een glimlach, een vriendelijk woord of een terloopse opmerking, het geloof en de hoop teruggegeven hebben aan mensen die deze misschien verloren hadden.

Dit punt in een andere taal