62

Laten wij van deze houding leren. Zelfs de glorie die Hem toekwam heeft Jezus hier op aarde niet gewild. Hij had er recht op als God behandeld te worden, maar Hij heeft de gestalte aangenomen van een knecht, van een slaaf (zie Fil 2, 6-7). Hiervan leert de christen dat alle eer voor God is en dat niemand de luister en grootsheid van het evangelie mag gebruiken voor menselijke belangen en ambities.

Laten we van Jezus leren. Zijn verzet tegen alle menselijke eer gaat perfect samen met de grootsheid van zijn unieke zending als de veelgeliefde Zoon van God die mens wordt om de mensen te redden. In zijn liefde heeft de Vader die zending met de tederste zorg omringd: Filius meus es tu, ego hodie genui te. Postula a me et dabo tibi gentes hereditatem tuam, Gij zijt mijn Zoon, Ik heb U heden verwekt. Vraag Mij, dan geef Ik U de volkeren tot erfdeel (Ps 2, 7).

De christen die — in navolging van Jezus — met de houding leeft van volledige aanbidding van de Vader, krijgt van de Heer ook woorden van liefdevolle zorg: Omdat hij op Mij heeft vertrouwd, zal Ik hem redden; hem beschermen, omdat hij mijn Naam kent [Ps 90, 14 (Tractus van de Mis)].

Dit punt in een andere taal