653

Door de confrontatie met de moeilijkheden in het apostolaat kreeg je meer durf. Je bad: “Heer, Gij zijt onveranderlijk. Geef mij het geloof van de mannen die aan uw genade wisten te beantwoorden en - in uw Naam - grote, opzienbarende wonderen deden…” En toen ging je verder: “Ik weet dat U ze zult doen; maar ik weet ook dat U wilt dat wij erom vragen, dat U wilt dat wij U zoeken, dat wij krachtig aankloppen bij de deur van uw hart.”

Tot slot vernieuwde je je besluit om nederig en vol vertrouwen te blijven bidden.

Dit punt in een andere taal