Voorwoord van de schrijver

Lezer, vriend, laat me

je ziel bij de hand nemen

om haar de deugden van de mens te laten overwegen:

de genade werkt in op de natuur.

Maar vergeet niet,

dat mijn overwegingen,

hoe menselijk ze ook schijnen,

doordat ik ze schreef - en zelf doorleefde

voor jou en voor mij, voor Gods aanschijn,

alleen maar priesterlijk kunnen zijn.

Mogen - zo vraag ik Onze Heer

deze bladzijden ertoe dienen

dat wij ons beteren

en ons aangespoord voelen in dit leven,

met onze werken

een vruchtbare voor achter te laten.

Dit hoofdstuk in een andere taal