263

Sta mij toe je te herinneren aan enkele van de duidelijke tekenen van een gebrek aan nederigheid:

denken dat wat jij doet of zegt beter is dan wat anderen doen of zeggen;

altijd je zin willen doordrijven;

discussiëren zonder dat je gelijk hebt, of als je het wel hebt, koppig of slechtgemanierd doordrammen;

je mening geven zonder dat erom gevraagd wordt, of zonder dat de liefde dat gebiedt;

de mening van anderen minachten;

al je gaven en capaciteiten niet als geleend beschouwen;

niet inzien dat je alle eer en achting onwaardig bent, met inbegrip van de aarde waar je op loopt en van de dingen die je bezit;

jezelf in gesprekken als voorbeeld voorhouden;

slecht over jezelf spreken met de bedoeling dat ze een gunstig oordeel over je krijgen of je tegenspreken;

je verontschuldigen, als je berispt wordt;

vernederende gebreken voor je geestelijk leidsman verbergen, opdat hij zijn gunstige mening over jou niet zal verliezen;

er genoegen in scheppen als je geprezen wordt of blij zijn omdat ze gunstig over je hebben gesproken;

er pijnlijk door getroffen zijn als anderen meer eer krijgen dan jij;

weigeren minderwaardige werkzaamheden uit te voeren;

het bijzonder zijn zoeken of verlangen;

in een gesprek eigen roem suggereren of hints geven in de richting van je rechtschapenheid, je scherpzinnigheid, je bekwaamheid, je beroepsaanzien;

je schamen omdat je sommige goederen niet hebt

Dit punt in een andere taal