Je heiligheid

De heiligheid die de Heer van ons vraagt, is bepaald door deze drie punten: de heilige ontoegeeflijkheid, de heilige dwang en de heilige schaamteloosheid.

De heilige schaamteloosheid is wat anders dan de onbeschaamdheid van de wereld.

De heilige schaamteloosheid is een kenmerk van het “leven als een kind”. Het kleine kind is onbevangen. - Zijn gebreken, natuurlijke gebreken, komen vanzelf te voorschijn, zelfs als iedereen op hem let…

Die schaamteloosheid, in praktijk gebracht in het bovennatuurlijke leven, brengt de volgende redenering met zich mee: lof - minachting; bewondering - spot; eer - oneer; gezondheid - ziekte; rijkdom - armoede; schoonheid - lelijkheid.

Goed, en wat doet het er toe?…

Je maakt je belachelijk? Lach erom. - Veracht het “wat zullen ze van me zeggen?” Zie en voel God in jezelf en in alles wat je omgeeft. - Zó zul je uiteindelijk de heilige schaamteloosheid krijgen die je nodig hebt, o paradox!, om als een fijngevoelig christen te leven.

Als je de heilige schaamteloosheid bezit, wat is je dan gelegen aan wat “ze hebben gezegd” of “ze zullen zeggen”?

Overtuig jezelf ervan, dat het belachelijke niet bestaat voor degene die zijn best doet.

Een man, een… man van eer die schippert, zou Jezus opnieuw ter dood veroordelen.

Toegeeflijkheid is een duidelijk teken dat men de waarheid niet heeft. - Wanneer iemand toegeeflijk is in zaken van ideaal, van eer of van Geloof, dan is dat een mens… zonder idealen, zonder eer en zonder Geloof.

Die man van God, gehard in de strijd, redeneerde als volgt: Zo, ik ben dus niet toegeeflijk? Natuurlijk niet: want ik ben overtuigd van de waarheid van mijn ideaal. U daarentegen bent zeer toegeeflijk…: gelooft u dat twee en twee drie en een half is? - Nee?…, zelfs niet uit vriendschap geeft u toe in zo'n kleine aangelegenheid?

- Dat komt, omdat u er voor de eerste keer van overtuigd bent de waarheid te bezitten…, en u naar mijn kant bent overgelopen!

De heilige ontoegeeflijkheid is geen fanatisme.

Wees ontoegeeflijk in leer en in gedrag. - Maar soepel in de vorm. - Een ijzeren hand in een fluwelen handschoen.

- Wees ontoegeeflijk, maar niet halsstarrig.

De ontoegeeflijkheid is geen ontoegeeflijkheid zonder meer, maar “heilige ontoegeeflijkheid”.

Laten we niet vergeten, dat er ook een “heilige dwang” bestaat.

Als we, om een aards leven te redden, met algemene bijval geweld gebruiken om te voorkomen dat iemand zelfmoord pleegt, zouden we dan niet dezelfde dwang, - de heilige dwang -, kunnen gebruiken om het Leven (met hoofdletter) te redden van velen die met alle geweld stompzinnig hun ziel willen vermoorden?

Hoeveel misdaden worden er niet gepleegd in naam van de gerechtigheid! - Als jij vuurwapens zou verkopen en iemand zou je het geld voor zo'n wapen geven om je moeder ermee dood te schieten, zou je het hem dan verkopen?… Maar betaalde hij dan niet de vastgestelde prijs?…

Hoogleraar, journalist, politicus, diplomaat: denk na.

God en stoutmoedigheid! - Stoutmoedigheid is geen onvoorzichtigheid. - Stoutmoedigheid is geen roekeloosheid.

Vraag Jezus niet alleen vergiffenis voor jóuw zonden; heb Hem niet alleen met jóuw hart lief… Schenk Hem genoegdoening voor alle beledigingen die Hem zijn aangedaan, nu worden aangedaan of zullen worden aangedaan… Heb Hem lief met alle kracht van alle harten van alle mensen die Hem het meest bemind hebben.

Durf: zeg Hem, dat je gekker op Hem bent dan Maria Magdalena, dan Teresia van Avila, en de kleine Teresia…, meer weg van Hem dan Augustinus, dan Dominicus en Franciscus, dan Ignatius en Franciscus Xaverius.

Durf nog meer. Wanneer je iets nodig hebt, vraag dan niet, maar zeg eenvoudig - daarbij het “Uw wil geschiede” indachtig -: “Jezus, ik wil dit of dat”, want zo vragen kinderen.

Je mislukte! - Wij mislukken nooit. - Je stelde je vertrouwen helemaal op God. - En verder heb je geen enkel menselijk middel ongebruikt gelaten.

Overtuig je van deze waarheid: jouw succes, nu en in deze aangelegenheid, bestond erin te mislukken. - Dank de Heer en begin opnieuw!

Wat? Je mislukte? Jij, wees daar goed van overtuigd, kunt niet mislukken.

Je mislukte niet: je hebt ervaring opgedaan. - Vooruit!

Dát daar was een mislukking, een ramp, want je verloor onze geest. - Je weet toch dat, bovennatuurlijk gesproken, de uitslag - overwinning of nederlaag: om het even! - slechts één naam heeft: succes.

Laten we de rechten van het ambt niet verwarren met die van de persoon. - Van de eerste mogen we niet afzien.

Schijnheiligheid is ten opzichte van heiligheid, wat kwezelarij is ten opzichte van vroomheid: haar karikatuur.

Laten we niet denken, dat onze ogenschijnlijke deugd van heiligheid iets waard is, als zij niet samengaat met de gewone deugden van een christen.

- Dat zou hetzelfde zijn, als het dragen van prachtige juwelen op ondergoed.

Laat je deugd niet luidruchtig zijn.

Ondanks zichzelf doen vele valse apostelen goed aan de massa, aan het volk, door de eigen kracht van de leer van Jezus die ze prediken, ofschoon ze er niet naar leven.

Maar dit goede weegt niet op tegen het enorme en onmiskenbare kwaad dat zij aanrichten, door zielen van leiders en apostelen te doden, omdat die zich met walging afwenden van hen die zelf niet doen wat ze aan anderen voorhouden.

Daarom mogen zij, mannen noch vrouwen, nooit als leiders voorop gaan lopen, als ze niet van plan zijn een onberispelijk leven te leiden.

Laat het vuur van je liefde niet als een dwaallichtje zijn. - Een illusie, een schijnvuur, dat noch doet ontvlammen, wat het aanraakt, noch warmte geeft.

Het non serviam, ik wil niet dienen, van Satan is te vruchtbaar geweest. - Voel je niet de edelmoedige prikkel om iedere dag, met de wil tot gebed en werk, een serviam - ik zal U dienen, ik zal U trouw zijn - te zeggen, dat in vruchtbaarheid die oproep tot rebellie overtreft?

Wat jammer, een verdorven “man van God!” Maar nog veel droeviger is een lauw en verwereldlijkt “man van God”!

Trek je niet te veel aan van wat de wereld overwinningen of nederlagen noemt. - De overwinnaar komt zo dikwijls verslagen uit de strijd!

Sine me nihil potestis facere. - Zonder Mij kunt gij niets doen. Een nieuw licht, of beter een nieuwe lichtstraal voor mijn ogen, uit het Eeuwige Licht dat het Heilig Evangelie is.

- Dien ik me over “mijn” dwaasheden te verwonderen? - Als ik Jezus in al mijn doen en laten betrek, zullen de dwaasheden uit mijn gedrag verdwijnen; en als ik de juiste termen gebruik, dan zal ik niet meer spreken van “mijn” werk, maar van “ons” werk.

Verwijzingen naar de H. Schrift
Verwijzingen naar de H. Schrift
Verwijzingen naar de H. Schrift
Dit hoofdstuk in een andere taal