Andere deugden

De akten van Geloof, Hoop en Liefde zijn de veiligheidskleppen waardoor de zielen die van God leven, hun stoom afblazen.

Doe alles onbaatzuchtig, uit zuivere liefde, alsof er beloning noch straf bestond. - Maar koester in je hart de heerlijke hoop op de hemel.

Het is goed dat je God dient als een kind, zonder loon te vragen, edelmoedig… - Maar maak je geen zorgen als je soms toch aan de beloning denkt.

Jezus zegt: “Ieder die zijn huis, broers of zusters, vader of moeder, vrouw, kinderen of akkers heeft prijsgegeven om mijn Naam, zal het honderdvoudig terugkrijgen en eeuwig leven ontvangen”.

- Vind op aarde eens iemand die zo royaal betaalt!

Jezus… zwijgt. Jesus autem tacebat. - Waarom spreek jij? Om troost te zoeken, of om je te rechtvaardigen?

Zwijg. - Zoek je vreugde in het geminacht worden: daarvan zul je toch altijd minder krijgen dan je verdient.

- Kun jíj soms zeggen: Quid enim mali feci? - Wat voor kwaad heb ik gedaan?

Wees er zeker van dat je een kind van God bent, als je onrecht blij en zwijgend weet te dragen.

Wat een mooi antwoord gaf die eerbiedwaardige heer aan de jongeman, die klaagde over het onrecht dat ze hem hadden aangedaan: “Kun je daar zo slecht overheen?” vroeg hij. “Houd dan maar op goed te willen zijn!”

Zeg nooit je mening als je er niet om gevraagd wordt, ook al denk je dat jouw opvatting de beste is.

Het is waar dat hij een zondaar geweest is. - Maar wees niet star in je oordeel over hem. - Wees barmhartig en vergeet niet dat hij nog een Augustinus kan worden, terwijl jij misschien blijft steken in je middelmatigheid.

Alle dingen van de wereld zijn niet meer dan aarde. - Veeg ze allemaal op een hoop onder je voeten en je zult dichter bij de hemel zijn.

Goud, zilver, juwelen…, allemaal slijk, hopen mest. - Genot, zinnelijke lusten, bevrediging van de driften…, als een beest, een muilezel, een zwijn, een haan, een stier.

Eerbetoon, onderscheidingen, titels…: zeepbellen, opgeblazenheid, leugens, niets.

Richt je liefde niet op deze wereld. - Het is een egoïstische liefde… Degenen van wie je houdt, zullen zich vol vrees en afschuw van je afwenden, amper enkele uren nadat God je tot zich geroepen heeft. - De onvergankelijke liefde is van een andere aard.

Gulzigheid is een lelijke ondeugd. - Is het niet wat komisch, maar tegelijk ook een beetje weerzinwekkend, te zien hoe die deftige heren ernstig rond de tafel zitten, bezig zich met haast rituele gebaren vol te stoppen met vette spijzen, alsof eten een “doel op zichzelf” was?

Spreek aan tafel niet over het eten. Dat is ordinair en past je niet. - Spreek over iets hogers, iets dat met de ziel of het verstand te maken heeft. Zo zul je deze noodzaak veredelen.

Als je van tafel opstaat zonder een kleine versterving te hebben gedaan, heb je gegeten als een heiden.

Gewoonlijk eet je meer dan je nodig hebt. - En de verzadiging die daardoor ontstaat, maakt je vaak loom, geeft je lichamelijk ongerief, verhindert je van de bovennatuurlijke goederen te genieten en beperkt je denkvermogen.

Wat een goede deugd is de matigheid reeds voor het aardse bestaan!

Ik kijk naar jou, christen - je zegt tenminste dat je dat bent - en zie hoe je een heiligenbeeld kust, een gebedje murmelt, je stem verheft tegen de vijanden van de Kerk van God…, en zelfs veelvuldig de heilige sacramenten ontvangt.

Maar ik zie je geen offers brengen, noch afstand doen van bepaalde… wereldse gesprekken (ik zou even goed een andere term kunnen gebruiken). Ik zie je ook niet zo royaal doen tegenover de noodlijdenden… en ook niet tegenover de Kerk van Christus! Ik zie niet dat je de zwakheden van je broeder verdraagt, noch dat je je hoogmoed ten behoeve van het algemeen welzijn intoomt, noch dat je jezelf bevrijdt van het egoïsme waarin je gevangen zit, noch… er is nog zoveel meer!

Ik zie dat je… - Ik zie niet dat je… - En jij, beweer je dat je een christen bent? - Wat een armzalige voorstelling heb je van Christus!

Je talenten, je sympathie, je kwaliteiten… gaan verloren! Men belet je, ze tot ontplooiing te brengen. Overweeg eens goed deze woorden van een geestelijk schrijver: “Wierook, die aan God geofferd wordt, gaat niet verloren. De Heer wordt meer geëerd door het offer van je talenten dan door het ijdel gebruik ervan”.

Verwijzingen naar de H. Schrift
Verwijzingen naar de H. Schrift
Dit hoofdstuk in een andere taal