161

Je deelt je tederheid al te kwistig uit. - Ik zeg je: liefde voor je naasten, já, altijd. Maar - luister goed, apostel - dat andere gevoel dat de Heer zelf in je hart heeft opgewekt, is voor Christus, en alléén voor Hem. - Bovendien, is het niet zo, dat bij het wegnemen van een grendel van je hart, (zeven heb je er nodig), meer dan eens een wolkje van twijfel bleef hangen aan je bovennatuurlijke horizon?… en je vraagt je, ondanks je goede bedoelingen, gekweld af: ben ik niet te ver gegaan in mijn uitingen van genegenheid?

Dit punt in een andere taal