331

Je bent lauw, als je traag en met tegenzin de dingen doet, die betrekking hebben op de Heer; als je met berekening of sluwheid probeert je plichten te verminderen; als je alleen maar aan jezelf en aan je gemak denkt; als je gesprekken ledig en nutteloos zijn; als je de dagelijkse zonde niet verafschuwt; als je handelt uit menselijke beweegredenen.

Dit punt in een andere taal