527

De vrouw, die bij Simon de melaatse in Betanië kostbare balsem over het hoofd van de Meester uitgoot, herinnert ons aan de plicht om in de eredienst van God royaal te zijn.

- Alle pracht, luister en schoonheid schijnen mij nog niet voldoende.

- Tegen degenen die aanstoot nemen aan de rijkdom van heilige vaten, ornamenten en altaarstukken, pleit de lof van Jezus: Opus enim bonum operata est in me, zij heeft een goed werk aan Mij gedaan.

Verwijzingen naar de H. Schrift
Dit punt in een andere taal