883
Ik beken U, mijn Liefde, dat mijn onbeholpenheid groot is. Zo groot zelfs, dat ik pijn doe terwijl ik liefkozen wil. - Verfijn de manieren van mijn ziel; geef me, bid ik U, naast het krachtige en mannelijke van het geestelijk kind-zijn, de fijngevoeligheid en tederheid die kinderen aan de dag leggen in hun uitingen van liefde jegens hun ouders.
Onderwerpen
Dit punt in een andere taal
Document afgedrukt van https://escriva.org/nl/camino/883/ (25-4-2024)