Armoede

Niet vergeten: hij die het minst nodig heeft, heeft het meest. - Schep je geen behoeften.

Wees onthecht aan de aardse goederen. - Bemin en beoefen de armoede van geest: stel je tevreden met wat je nodig hebt voor een sober en eenvoudig leven.

- Anders word je nooit een apostel.

De ware armoede bestaat niet in het niets bezitten, maar in het onthecht zijn: in het vrijwillig afstand doen van het heersen over de dingen.

- Daarom zijn er armen die in werkelijkheid rijk zijn. En omgekeerd.

Als je een man van God bent, veracht dan de rijkdom met dezelfde inzet als waarmee de mensen van de wereld hem nastreven.

Zoveel gehechtheid aan de dingen van de aarde! - Ze zullen je spoedig ontglippen, want de rijkdom volgt de rijke niet in zijn graf.

Je hebt de geest van armoede niet, wanneer je in de gelegenheid bent, een keuze te doen zonder dat anderen het zien, en je niet het minste kiest.

Divitiae, si affluant, nolite cor apponere. - Wanneer grote rijkdommen je in de schoot vallen, moet je je hart er toch niet aan hechten. - Aarzel niet ze royaal, zo nodig zelfs heldhaftig te besteden.

- Wees arm van geest.

Je houdt niet van de armoede, als je niet houdt van de gevolgen die zij met zich brengt.

Hoe rijk aan hulpbronnen is de armoede toch! - Weet je nog? Je gaf hem, toen een bepaald apostolisch werk in grote financiële moeilijkheden verkeerde, al wat je had tot op de laatste cent.

- En hij, een priester Gods, zei tegen je: “Ik geef je ook alles wat ik heb”, en jij, geknield, hoorde de woorden: “De zegen van de almachtige God, de Vader, de Zoon en de heilige Geest, dale over je neer en blijve altijd bij je”.

- Je bent er nog altijd van overtuigd dat je goed betaald bent.

Verwijzingen naar de H. Schrift
Dit hoofdstuk in een andere taal