39

"Om dit zo verheven werk [de verlossing] te voltrekken, is Christus altijd in de Kerk aanwezig, vooral in de liturgische handelingen. Persoonlijk is Hij aanwezig in het misoffer, zowel in de persoon van de bedienaar —'Dezelfde offert nu door de bediening van priesters die eertijds Zichzelf op het kruis geofferd heeft'— als heel bijzonder onder de eucharistische gedaanten" (Tweede Vaticaans Concilie, Constitutie Sacrosanctum Concilium, 7; vgl. Concilie van Trente, Doctrina de sanctissimo Missae sacrificio). Door het sacrament van het priesterschap is de priester werkelijk in staat aan onze Heer zijn stem, zijn handen, zijn hele zijn te lenen. Het is Jezus Christus die in de heilige Mis met de woorden van de consecratie de substantie van brood en wijn verandert in zijn lichaam, zijn ziel, zijn bloed en zijn Godheid.

Dat is de basis van de onvergelijkelijke waardigheid van de priester. Het is een geleende grootheid, die niet strijdig is met mijn geringheid. Ik vraag God onze Vader ons, alle priesters, de genade te willen verlenen heilige dingen op heilige wijze te doen, om de wonderen van de grootheid van God te weerspiegelen in ons leven. "Wij die de geheimen van het lijden en sterven van de Heer vieren, moeten navolgen wat we doen. En dan zal de hostie onze plaats innemen voor God, als wij van onszelf offers gemaakt hebben" (H. Gregorius de Grote, Dialoog, 4, 59).

Mocht u eens een priester tegenkomen die ogenschijnlijk niet naar de leer van het evangelie leeft, veroordeel hem dan niet, laat het oordeel aan God over. En weet dat, als hij op geldige wijze de Mis opdraagt, met de bedoeling te consacreren, de Heer niet zal nalaten in die handen neer te dalen, ook al zijn deze onwaardig. Waar is groter overgave, groter wegcijferen mogelijk? Hier is het groter dan in Betlehem of op Calvarië. Waarom? Het hart van Jezus wordt gekweld door het heftig verlangen te verlossen, omdat Hij niet wil dat iemand zou kunnen zeggen dat hij niet door Hem geroepen was; omdat Hij ook hen opzoekt die Hem niet zoeken.

Dat is Liefde! Er is geen andere verklaring. Wat schieten onze woorden tekort, als wij over de Liefde van Christus willen spreken. Hij vernedert zich tot alles, duldt alles, stelt zich aan alles bloot —heiligschennis, godslastering, de kille onverschilligheid van zoveel mensen— en dat alles om, al was het maar aan een enkele mens, de mogelijkheid te bieden de slagen te horen van zijn doorwonde hart.

Dit is de identiteit van de priester: een rechtstreeks en dagelijks werktuig van deze verlossende genade die Christus voor ons gewonnen heeft. Als dat begrepen wordt, als dat in de actieve stilte van het gebed overwogen wordt, wie durft het priesterschap dan nog te zien als afstand doen? Het is een winst die niet becijferd kan worden. Onze heilige moeder Maria, heiligste van alle schepsels —heiliger dan zij is alleen God— heeft Jezus slechts eenmaal ter wereld gebracht. Priesters brengen Hem elke dag op aarde, in onze ziel en lichaam. Christus komt om ons voedsel zijn, leven te geven en om zelfs nu onderpand te zijn voor het eeuwig leven.

Dit punt in een andere taal