De engel Gabriël brengt de blijde boodschap aan Maria

Vergeet niet, mijn vriend, dat we kinderen zijn. De Vrouw met de zoete naam Maria, is in gebed verzonken.

Jij bent in dit huis wie je maar wilt: een vriend, een hulpje, een nieuwsgierige, een buur… - Ik durf op dit moment niets te zijn. Ik verberg me achter jou en vol verbazing beschouw ik het tafereel:

De aartsengel brengt zijn boodschap over… Quomodo fiet istud, quoniam virum non cognosco? - Hoe zal dit geschieden, daar ik geen man beken? (Lc. 1, 34).

De stem van onze Moeder doet mij, bij wijze van contrast, denken aan al de onreinheden van de mensen… ook aan de mijne.

Wat haat ik deze aardse laagheden nu… En… wat een voornemens!

Fiat mihi secundum verbum tuum. - Mij geschiede naar uw woord (Lc. 1, 38). Bij de schoonheid van deze maagdelijke woorden is het Woord vlees geworden.

Het eerste tientje loopt ten einde… Voordat iemand anders het doet, heb ik nog tijd om tegen mijn God te zeggen: Jezus, ik bemin U.

Dit punt in een andere taal