Jezus wordt gegeseld

Pilatus spreekt: het is bij u de gewoonte, dat er op het Paasfeest iemand wordt vrijgelaten. Wie zullen we in vrijheid stellen: Barabbas - een dief, die met anderen wegens moord gevangen is genomen - of Jezus? (Mt. 27, 17). Laat Deze sterven en bevrijd Barabbas, schreeuwt het volk, aangespoord door zijn leiders (Lc. 23, 18).

Pilatus spreekt opnieuw: Wat zal ik dan doen met Jezus, die de Christus wordt genoemd? (Mt. 27, 22). - Crucifige eum! - Kruisig Hem! (Mc. 15, 14).

Pilatus zegt voor de derde maal: Wat voor kwaad heeft Hij dan gedaan? Ik vind in Hem niets dat de doodstraf rechtvaardigt (Lc. 23, 22).

De menigte schreeuwt nog harder: Kruisig Hem, kruisig Hem! (Mc. 15, 14).

En Pilatus, die het volk tevreden wil stellen, laat Barabbas vrij en geeft bevel om Jezus te geselen.

Vastgebonden aan de geselpaal. Overdekt met wonden.

Je hoort de zweepslagen op zijn open vlees; op zijn smetteloos vlees dat lijdt voor jouw zondig vlees. - Nog meer slagen. Nog meer woede. Nog meer… Het is het toppunt van menselijke wreedheid.

Tenslotte, uitgeput, maken ze Jezus los. - En het lichaam van Christus, dat ook uitgeput is, bezwijkt onder de pijn en valt, als een worm, gebroken en half dood.

Jij en ik zijn niet in staat om te spreken. - Woorden zijn niet nodig. - Kijk naar Hem, kijk naar Hem… lang.

Zul jij, na dit alles, ooit kunnen opzien tegen boetedoening?

Dit punt in een andere taal