122

De onthechting die ik met de blik gericht op ons Voorbeeld verkondig, is heer en meester zijn over jezelf. Dat is iets anders dan schreeuwerige en opzichtige armoede, waarachter luiheid en slordigheid verborgen gaan. U moet u kleden naar uw positie, naar de gewoonten van uw woonplaats, uw familie, uw werk… zoals uw vrienden en collega's, maar dan omwille van God. U moet daarmee een echt en aantrekkelijk beeld willen geven van het ware christelijk leven. Gewoon, zonder overdrijven. Hierin kun je naar mijn stellige overtuiging beter fouten maken door te veel, dan door te weinig. Welke voorstelling hebt u van het gedrag van onze Heer? Hebt u er nooit aan gedacht met hoeveel waardigheid Hij dat naadloze opperkleed dat waarschijnlijk door de handen van de heilige Maria geweven is, gedragen moet hebben? Bent u vergeten hoe Hij zich in het huis van Simon beklaagt, dat men Hem geen water heeft aangeboden om zijn handen te wassen voor Hij aan tafel ging? (vgl. Luc 7, 36­50). Natuurlijk, Hij gebruikte dit gebrek aan goede manieren om aan de hand van een onbelangrijk voorval zijn leer duidelijk te maken, hoe liefde blijkt uit de kleinste dingen; maar Hij doet dit zo, door duidelijk te laten zien dat Hij de gewone omgangsvormen in acht neemt. Daarom moeten we, u en ik, moeite doen ons van aardse goederen en comfort los te maken: zonder uit de toon te vallen, zonder iets vreemds te doen.

We weten dat we heer en meester over deze wereld en trouwe rentmeesters van God zijn. Persoonlijk vind ik, dat dit moet blijken uit de mate van zorg waarmee we met de dingen die we gebruiken, omgaan. Het blijkt in zoverre we erop bedacht zijn ze in stand te houden, lang te laten meegaan, in goede staat, ze zo lang mogelijk te laten dienen voor het doel waarvoor ze gemaakt zijn, zodat er niets nodeloos verloren gaat. In de centra van het Opus Dei zult u een eenvoudige, gezellige en vooral verzorgde aankleding vinden. We moeten de armoede van een huis niet verwarren met slechte smaak of vuiligheid. Aan de andere kant heb ik er begrip voor, dat u geheel volgens uw mogelijkheden, uw verplichtingen naar de buitenwereld, naar uw gezin, dingen van waarde bezit en dat u daar zorg voor hebt en toch de geest van versterving bewaart. Dat is onthechting.

Verwijzingen naar de H. Schrift
Dit punt in een andere taal