164

Op een keer hoorde ik iemand ongegeneerd beweren, dat het begaan van een misstap nergens anders goed voor is dan om nog eens honderd keer in dezelfde fout terug te vallen. Ik zeg u daarentegen, dat een verstandig mens uit die voorvallen voordeel weet te trekken, leert het goede te doen, het besluit hernieuwt heiliger te worden. Laat de ervaring van uw mislukkingen en overwinningen bij het dienen van God, naast een groeien van de liefde, altijd uitmonden in een inniger toewijding bij het, koste wat kost, nakomen van uw plichten en rechten als christen-burgers. En dan zonder lafheid, zonder op de loop te gaan voor eer of verantwoordelijkheid, zonder ons te bekommeren om de reacties die om ons heen opkomen —misschien afkomstig van zogenaamde broers— eerlijk en trouw trachten de glorie van God en het goede voor de anderen na te streven.

Wees dus verstandig. Waarom? Om rechtschapen te zijn, om de naastenliefde te beoefenen, om God en de zielen krachtdadig te dienen. Met recht en reden wordt de verstandigheid de genitrix virtutum (H. Thomas van Aquino, In III Sententiarum, dist. 33, q2 a5), moeder der deugden, en ook auriga virtutum (H. Bernardus van Clairvaux, Sermones in Cantica Cantorum, 49, 5 (PL 183, 1018)), leidsvrouwe van alle goede gewoonten, genoemd.

Dit punt in een andere taal