181

Let er eens op dat wie verteerd wordt door fysieke wellust geestelijk niet vooruit kan komen. Hij is tot geen enkel goed werk in staat. Hij is een lammeling die als een vod op de grond blijft liggen. Hebt u wel eens patiënten gezien met een vergevorderde verlamming die zichzelf niet kunnen helpen of op de been kunnen komen? Soms kunnen ze zelfs hun hoofd niet bewegen. Dat gebeurt ook in het bovennatuurlijke vlak met mensen die niet nederig zijn en zich lafhartig overgeven aan ontucht. Zij zien, horen, noch begrijpen iets. Zij zijn verlamd en als verdwaasd. Ieder van ons moet de Heer en de Moeder van God aanroepen en vragen ons nederigheid te verlenen en het vaste voornemen met vroomheid het goddelijk geneesmiddel van de biecht aan te wenden. Laat niet toe, dat zich in uw ziel een haard van verderf nestelt, ook al is die nog zo klein. Spreek. Stromend water is helder, stilstaand water vormt een poel van stinkende verrotting; zo wordt drinkbaar water een brij vol ongedierte.

Dat kuisheid bestaanbaar is en een bron van blijdschap vormt, weet u evengoed als ik. Ook staat het voor u vast dat kuisheid zo nu en dan een beetje strijd vergt. Laten we nog eens luisteren naar de heilige Paulus: Mijn innerlijk schept behagen in Gods wet, maar in mijn leden ontwaar ik een andere wet die zich verzet tegen de wet van mijn geest en mij in boeien uitlevert aan de wet van de zonde die in de leden van mijn lichaam zetelt. Wee mij, wie zal dit lichaam bevrijden van de dood? (Rom 7, 22-24). Schreeuw nog harder, als u dit niet genoeg is, maar laten we niet overdrijven: sufficit gratia mea (2 Kor 12, 9), mijn genade volstaat, werpt de Heer ons tegen.

Verwijzingen naar de H. Schrift
Dit punt in een andere taal