191

Het geloof is een bovennatuurlijke deugd, waardoor wij als waarheid aannemen alles wat God geopenbaard heeft; waardoor we Jezus Christus, die ons het heilsplan van de Allerheiligste Drie-eenheid in al zijn volheid geopenbaard heeft, met een volmondig ?ja? tegemoet kunnen treden. Nadat God eertijds vele malen en op velerlei wijzen tot onze vaderen gesproken had door de profeten, heeft Hij nu, op het einde der tijden, tot ons gesproken door de Zoon, die Hij erfgenaam gemaakt heeft van al wat bestaat en door wie Hij het heelal heeft geschapen. Hij is de afstraling van Gods heerlijkheid en het evenbeeld van zijn wezen en Hij houdt alles in stand door zijn machtig woord. En na de reiniging der zonden te hebben voltrokken, heeft Hij zich neergezet ter rechterzijde van de Majesteit in den hoge (Heb 1, 1­3).

Verwijzingen naar de H. Schrift
Dit punt in een andere taal