242

In de Handelingen van de Apostelen wordt een tafereel verteld dat mij zeer dierbaar is, omdat het gaat over een duidelijk en nog steeds actueel voorbeeld: Zij legden zich ernstig toe op de leer der apostelen, bleven trouw aan het gemeenschappelijk leven en ijverig in het breken van het brood en in het gebed (Hand 2, 42). Het is een opmerking die vaak terugkomt in de geschiedenis van de eerste volgelingen van Christus: Zij allen bleven eensgezind volharden in het gebed (Hand 1, 14). En wanneer Petrus gevangen is gezet omdat hij onverschrokken de waarheid preekte, besluiten zij te bidden. De Kerk hief gedurig een smeekbede voor hem aan (Hand 12, 5).

Het gebed was toen, net zoals nu, het enige wapen, het machtigste middel om de slagen van de innerlijke strijd te winnen. Heeft iemand van u te lijden? Laat hij bidden (Jak 5, 13). De heilige Paulus vat het zo samen: Bidt zonder ophouden (1 Tess 5, 17), weest het smeken nooit moe.

Dit punt in een andere taal