280

Laten we alles, wat we over onze Moeder Maria hebben gehoord, in een rustig en kalm gebed regelmatig overwegen. Dan zal dit compendium, als bezinksel, geleidelijk aan in onze ziel gegrift worden, namelijk dat we zonder aarzelen onze toevlucht tot haar nemen, vooral als we geen ander houvast meer hebben. Is dit dan van onze kant geen eigenbelang? Jazeker is het dat. Maar moeders zijn er toevallig van op de hoogte, dat wij, kinderen, gewoonlijk enigszins op ons eigenbelang uit zijn en vaak op hen, als laatste redmiddel, een beroep doen. Daarover bestaat bij hen geen twijfel en het is van geen belang: want daar zijn ze moeders voor. Achter ons ogenschijnlijk egoïsme ziet de belangeloze moederliefde onze kinderlijke genegenheid en ons vaste vertrouwen.

Ik wil niet suggereren —noch wat mijzelf, noch wat u betreft— dat onze devotie voor Maria zich tot dergelijke dringende smeekbeden beperkt. Ik denk wel, dat we ons, als ons zoiets overkomt, niet beschaamd hoeven te voelen. Moeders houden geen boekhouding bij van de afzonderlijke details waarmee hun kinderen hun liefde tonen. Zij wegen noch meten met krenterige maten. Zij genieten van een klein bewijs van genegenheid als van zoete honing en zij geven graag meer terug dan zij ontvangen. Als goede aardse moeders al zo reageren, wat mogen we dan wel niet verwachten van onze heilige Moeder Maria!

Dit punt in een andere taal