290

Kijk: voor onze Moeder Maria houden we nooit op klein te zijn, want zij opent ons de weg naar het Rijk der Hemelen, dat gegeven wordt aan hen die zijn als kinderen (vgl. Mat 19, 14). Wij moeten ons nooit losmaken van onze Vrouwe. Hoe eren wij haar? Door met haar om te gaan, met haar te spreken, haar onze liefde te tonen, in ons hart de gebeurtenissen van haar leven aandachtig te overwegen, door haar onze strijd, onze successen en onze nederlagen te vertellen.

Zo ontdekken wij de betekenis van de Mariagebeden —alsof we ze voor de eerste keer bidden— die altijd al in de Kerk gebeden zijn. Wat zijn het Weesgegroet en de Engel des Heren anders dan vurige lofzangen op het goddelijk Moederschap? En bij het bidden van de rozenkrans —die geweldige devotie die ik nooit moe word aan alle gelovigen aan te bevelen— trekken in ons hoofd en hart de geheimen van de bewonderenswaardige levenswandel van Maria voorbij, die tegelijkertijd de diepste mysteries van het geloof zijn.

Verwijzingen naar de H. Schrift
Dit punt in een andere taal