291

H@#Het liturgische jaar schijnt gemarkeerd door feesten ter ere van Maria. De grondslag van deze verering is het goddelijk Moederschap van de heilige Maagd, oorsprong van een veelheid aan natuurlijke en bovennatuurlijke gaven waarmee de Allerheiligste Drie-eenheid haar heeft bekleed. Wie bang is dat de verering van de heilige Maria afbreuk doet aan de aanbidding die wij God verschuldigd zijn, geeft blijk van een gebrekkige kennis van het katholieke geloof — en van een nog poverder kinderlijke liefde. Maria, onze Moeder, voorbeeld van nederigheid, heeft gezongen: Van heden af prijst elk geslacht mij zalig omdat aan mij zijn wonderwerken deed Die machtig is, en heilig is zijn Naam. Barmhartig is Hij van geslacht tot geslacht voor hen die Hem vrezen (Luc 1, 48­50).

Laten wij op de feesten van onze Vrouwe niet zuinig zijn met uitingen van genegenheid; laten wij ons hart vaker tot haar verheffen en haar vragen wat wij nodig hebben, haar danken voor haar moederlijke en onafgebroken zorg en haar de personen aanbevelen op wie wij gesteld zijn. Maar als wij ons als kinderen willen gedragen, is elke dag een geëigende gelegenheid Maria onze liefde te betuigen, evenals dat geldt voor hen die elkaar echt beminnen.

Verwijzingen naar de H. Schrift
Dit punt in een andere taal