78

Wie sterk is, heeft geen haast om de vrucht van zijn deugd binnen te halen. Sterkte laat ons in alle rust genieten van die menselijke en goddelijke deugd, geduld. “Dank zij uw geduld zult gij uw ziel behouden. (Luc 21, 19) Het bezit van de ziel is mogelijk door het geduld dat werkelijk oorsprong en behoedster van alle deugden is. Wij bezitten de ziel met het geduld, want in het leren beheersen vanonszelf beginnen we te bezitten wat we zijn” (H. Gregorius de Grote, Homiliae in Evangelia, 35, 4 (PL 76, 1261)). Dat geduld prikkelt ons vol begrip tegenover anderen te zijn, in de overtuiging dat zielen, net als goede wijn, beter worden met de jaren.

Dit punt in een andere taal