91

Natuurlijke en bovennatuurlijke deugden

Wanneer een ziel zich inspant de natuurlijke deugden te beoefenen, is zijn hart al heel dicht bij Christus. En de christen begrijpt dat de goddelijke deugden —geloof, hoop en liefde— en alle andere die de goddelijke genade met zich meebrengt, hem aanzetten nooit die goede eigenschappen te vergeten die hij deelt met zoveel andere mensen.

De natuurlijke deugden —nogmaals— zijn het fundament voor de bovennatuurlijke; en deze vormen altijd een nieuwe aansporing zich rechtschapen te gedragen. Maar in ieder geval is slechts het verlangen die deugden te bezitten niet voldoende. Het is noodzakelijk ze te leren beoefenen. Discite benefacere (Jes 1, 17), leert het goede te doen. Men moet zich regelmatig oefenen in de bijbehorende akten —daden van oprechtheid, waarachtigheid, gelijkmoedigheid, kalmte, geduld— want de daad is liefde en men moet God niet liefhebben met woorden en leuzen, maar met concrete daden (1 Joh 3, 18).

Verwijzingen naar de H. Schrift
Dit punt in een andere taal