97

Als de heilige Paulus ons dit mysterie voorhoudt, barst ook hij uit in een vreugdevolle lofzang die nu ons hele wezen in verrukking brengt: Die gezindheid moet onder u heersen welke ook Christus Jezus bezielde: Hij die bestond in goddelijke majesteit heeft zich niet willen vastklampen aan de gelijkheid met God: Hij heeft zich van zichzelf ontdaan en het bestaan van een slaaf aangenomen. Hij is aan de mensen gelijk geworden. En als mens verschenen heeft Hij zich vernederd, Hij werd gehoorzaam tot de dood, ja, tot de dood aan het kruis (Fil 2, 5-8).

Onze Heer, Jezus Christus, geeft ons in zijn prediking heel vaak een voorbeeld van nederigheid: Leert van Mij: Ik ben zachtmoedig en nederig van hart (Mat 11, 29). Zo zullen wij leren, dat er geen andere weg is, dat we alleen in het eerlijk kennen van ons niets de goddelijke genade binnen ons bereik zullen brengen. “Omwille van ons is Jezus gekomen om honger te lijden en anderen te eten te geven, is Hij gekomen om dorst te voelen en anderen te drinken te geven, is Hij gekomen om zich te bekleden met onze sterfelijkheid en anderen te kleden met onsterfelijkheid, is Hij arm gekomen om anderen rijk te maken” (H. Augustinus, Enarrationes in Psalmos, 49, 19 (PL 36, 577)).

Dit punt in een andere taal