Lijst van punten

Er zijn 3 punten in «Vrienden van God» waarvan het onderwerp is liefde → liefde en overgave.

Denk nog eens aan de gelijkenis van de talenten. De dienaar die er maar één gekregen had, zou deze —net als zijn lotgenoten— nuttig hebben kunnen gebruiken en winstgevend hebben kunnen maken door al zijn mogelijkheden aan te wenden. En wat doet hij? Uit angst het te verliezen aarzelt hij. Dat is nog tot daaraan toe. Maar daarna? Hij begraaft het! (vgl. Mat 25, 18). Dat brengt geen vrucht voort.

Laten we dat geval van ziekelijke angst om eerlijk voordeel te trekken uit de mogelijkheid tot werken, tot gebruik van verstand en wil —tot inzetten van de hele mens— nooit vergeten. Ik begraaf het —schijnt die stakker te zeggen— maar dan is mijn vrijheid tenminste veilig! Nee. Zijn vrijheid is gezwicht voor iets heel concreets, voor de schraalste en dorstigste droogte. Zij heeft een keuze gemaakt, want zij kon alleen maar kiezen. Maar zij heeft verkeerd gekozen.

Het is volstrekt verkeerd vrijheid tegenover overgave te stellen, want het zich wegschenken vloeit voort uit de vrijheid. Bedenk, dat een moeder, als ze zich opoffert voor haar kinderen, een keuze heeft gemaakt. En de mate van haar liefde is bepalend voor de mate van haar vrijheid. Hoe groter de liefde is, des te vruchtbaarder zal de vrijheid zijn. En het geluk van haar kinderen komt voort uit die gezegende vrijheid die zelfgave insluit. Het geluk komt voort uit die verrukkelijke gave die de vrijheid nu juist is.

Maar, zult u me vragen, als we alles hebben wat ons hart begeert, zullen we dan niet ophouden met streven? Zal de vrijheid dan niet verdwenen zijn? Ik verzeker u, dat ze dan werkzamer zal zijn dan ooit. Liefde neemt immers geen genoegen met het uit sleur naleven van de regels en kan ook in genen dele verwisseld worden met verveeldheid of lusteloosheid. Liefhebben is elke dag opnieuw beginnen te dienen en elke dag met meer liefde.

Met nadruk zeg ik en ik zou het met ijzers in ieder van u willen branden: vrijheid en zelfgave spreken elkaar niet tegen; zij ondersteunen elkaar wederzijds. Men geeft zijn vrijheid alleen uit liefde. Een andere manier om vrij te komen kan ik niet bedenken. En dat is niet een min of meer geslaagde woordspeling. Als men zich vrijwillig geeft, zal op dat moment, in die dienstbaarheid, de liefde door de vrijheid vernieuwd worden. Of zichzelf vernieuwen, dat is voortdurend jong en edelmoedig zijn, bereid tot grote idealen en grote offers. Ik herinner me de vreugde die ik voelde toen ik hoorde dat jongeren in het Portugees 'os novos' [de nieuwen] betekent. En dat zijn ze dan ook. Ik vertel u dit, omdat ik al heel wat jaren achter me heb. Maar toch voel ik me heel jong als ik aan de voet van het altaar bid: naar God die mijn jeugd verblijdt (Ps 42, 4). En ik weet, dat ik me nooit meer oud zal kunnen voelen. Als ik aan mijn God trouw blijf, zal de Liefde me voortdurend nieuw leven geven. Mijn jeugd zal vernieuwd worden als die van de adelaar (vgl. Ps 102, 5).

Door de liefde voor de vrijheid binden we ons. Alleen door hoogmoed krijgen die banden het gewicht van een ketting. De echte nederigheid die Hij, die zachtmoedig en nederig van harte is, aan ons leert, toont ons dat zijn juk zacht en zijn last licht is (vgl. Mat 11, 29-30). Het juk is vrijheid, het juk is liefde, het juk is eenheid. Het juk is het leven dat Hij voor ons verdiend heeft aan het kruis.

Laten wij de Heer nu, aan het eind van dit gesprek met Hem, vragen dat Hij ons vergunt met Sint Paulus te herhalen dat wij zegevieren, dank zij Hem die ons heeft liefgehad. Ik ben ervan overtuigd, dat noch de dood noch het leven, noch de engelen noch de boze geesten, noch wat is noch wat zal zijn, en geen macht in den hoge of in de diepte, noch enig wezen in het heelal ons zal kunnen scheiden van de liefde Gods, die is in Christus Jezus onze Heer (Rom 8, 37­39).

Dit is de liefde die ook de Schrift in vurige bewoordingen bezingt: geen stortvloed van water kan de liefde blussen, geen rivier spoelt haar weg (Hoogl 8, 7). Van deze liefde is het Hart van Maria altijd zo vervuld geweest, dat het zelfs verrijkt werd met het Moederschap van de hele mensheid. Bij de heilige Maagd is de liefde tot God ook versmolten met haar zorg voor al haar kinderen. Wat zal haar allerzoetst Hart, dat voor de kleinste kleinigheden aandacht had —zij hebben geen wijn meer (Joh 2, 3)— veel hebben moeten lijden, toen zij getuige was van die collectieve wreedheid, die verbetenheid van de beulen, die het Lijden en Sterven van Jezus bewerkstelligden. Maria echter zegt geen woord. Evenals haar Zoon bemint, zwijgt en vergeeft zij. Dat is de kracht van de Liefde.

Verwijzingen naar de H. Schrift