Lijst van punten

Er zijn 2 punten in «Gesprekken met mgr. Escrivá» waarvan het onderwerp is Rechtvaardigheid → rechtvaardigheid in de arbeid.

Bent u het met de bewering eens dat het Opus Dei bepaalde ondernemingen zoals banken en dagbladuitgeverijen in feite “controleert”? Als dat zo is, wat betekent controle dan in dat verband?

Er is een aantal leden van het Opus Dei - veel minder dan men soms hoort beweren - dat beroepshalve in de leiding van ondernemingen werkzaam is. Sommigen leiden familiebedrijven die ze van hun ouders geërfd hebben. Anderen zitten in de directie van maatschappijen die ze alleen of samen met collega's opgericht hebben. Weer anderen zijn door de eigenaars van een onderneming als directeur aangesteld, omdat men vertrouwen had in hun kennis en capaciteiten. Zij hebben hun positie bereikt langs dezelfde normale weg, die voor iedereen die een dergelijke functie bereiken wil, open staat. Het gaat, met andere woorden, om iets dat geen enkel verband houdt met hun lidmaatschap van het Opus Dei.

De mensen die een onderneming leiden en die bij het Opus Dei zijn aangesloten, streven ernaar, net zoals alle andere leden, om in hun beroep volgens de geest van het evangelie te leven. Een eerste vereiste daarvoor is dat ze in hun werk zeer nauwgezet naar de principes van rechtvaardigheid en eerlijkheid handelen. Daarom zullen zij hun werknemers een rechtvaardig loon betalen, de rechten van de aandeelhouders of eigenaars en van de maatschappij eerbiedigen en de wetten van het land respecteren. Zij zullen ook elke vorm van partijdigheid of begunstiging ten opzichte van anderen, of die nu wel of geen lid van het Opus Dei zijn, zorgvuldig vermijden. Ik denk dat iedere vorm van favoritisme niet alleen in strijd is met het streven naar christelijke volmaaktheid - en dit streven is toch immers de drijfveer om lid van het Opus Dei te worden - maar ook met de meest elementaire eisen van de moraal van het evangelie.

Over de volledige vrijheid van de leden van het Werk in hun beroep heb ik al gesproken. Dat wil in dit geval zeggen dat de leden die aan het hoofd van een onderneming staan zich daarbij geheel door hun eigen inzicht en oordeel laten leiden, zonder dat ze van de leiding van het Opus Dei welke richtlijnen dan ook met betrekking tot hun werk zouden krijgen. Zowel het financiële en economische beleid van de onderneming als de ideologische achtergrond - als het gaat om de media - behoren uitsluitend tot het terrein van hun persoonlijke verantwoordelijkheid. De voorstelling van het Opus Dei als een centrale die tijdelijke of economische belangen behartigt of richtlijnen geeft, is dan ook geheel ongegrond.

Ik zou het nu over een heel concreet thema willen hebben. Onlangs werd meegedeeld dat er in Madrid een vormingsinstituut voor huishoudelijk personeel wordt geopend dat door de vrouwelijke afdeling van het Opus Dei geleid gaat worden. Het doel ervan is, in een gezinssfeer, aan meisjes werkzaam in de huishouding een gedegen, gekwalificeerde beroepsopleiding te geven. Welke maatschappelijke invloed kunnen volgens u dergelijke projecten van het Opus Dei hebben?

Dit apostolaatswerk is een van de vele, die door leden van het Opus Dei, in samenwerking met andere mensen die geen lid ervan zijn, geleid worden. Het hoofddoel ervan is aan het huishoudelijk beroep een nieuwe waardigheid te geven, zodanig dat het werk gedaan kan worden met een wetenschappelijke aanpak. Met opzet zeg ik wetenschappelijke aanpak, want het is nodig het werk in het huishouden zo te ontwikkelen zoals het is, namelijk als een echt beroep.

Laten we niet uit het oog verliezen, dat er geprobeerd is dat werk als iets vernederends voor te stellen. Maar dat is beslist niet het geval. Vernederend waren wel vaak de begeleidende omstandigheden van dat werk, en dat zijn ze ook nu soms nog, omdat de meisjes heel dikwijls moeten werken naar de grillen en willekeur van hun werkgevers, zonder echt gegarandeerde rechten, in een liefdeloze sfeer en zonder voldoende beloning. Daarom moet een echt arbeidscontract geëist worden, dat duidelijke en precies omschreven garanties bevat en de wederzijdse rechten en plichten vastlegt.

Maar naast deze juridische garanties is het nodig dat degene die zo'n dienende taak op zich neemt, ook gekwalificeerd, beroepsmatig voorbereid is. Al valt het tegenwoordig minder in de smaak, toch heb ik bewust het woord dienst gebruikt, omdat elke goed verrichte werkzaamheid in de maatschappij in de beste zin van het woord een dienst is, of het nu gaat om het werk van een dienstmeisje of om dat van een leraar of rechter. Het enige werk dat geen dienst is, is dat van de man of de vrouw die alleen maar aan zijn of haar persoonlijk welzijn denkt.

Het werk in de huishouding is van zeer groot belang! Verder kan ieder werk dezelfde bovennatuurlijke kwaliteit krijgen: er zijn geen grote of kleine taken. Alle taken zijn groot, indien ze verricht worden uit liefde. Werkzaamheden die voor belangrijk doorgaan, worden onbelangrijk, als men de christelijke zin van het leven verliest; daartegenover zijn er vaak onbelangrijk lijkende werkzaamheden die belangrijk zijn vanwege de reële consequenties die ze hebben.

Voor mij is het werk van een dienstmeisje dat lid is van het Opus Dei van evenveel betekenis als het werk van een ander vrouwelijk lid, dat bijvoorbeeld een adellijke titel heeft. In beide gevallen interesseert het mij alleen maar in hoever zowel de een als de ander haar werk gebruikt als middel en gelegenheid om zichzelf en anderen te heiligen. Van meer betekenis is het werk van die vrouw, die zich in haar bezigheden en in haar staat beter heiligt en die de haar door God opgedragen taak met meer liefde vervult.

Voor God zijn een vrouwelijke hoogleraar, een dienstmeisje, een secretaresse, een fabrieksarbeidster of een boerin van precies dezelfde betekenis. Voor God is iedere ziel gelijk. Het enige verschil is dat de zielen van eenvoudige mensen vaak mooier zijn. Zielen zijn altijd aangenaam aan God als ze op intieme wijze omgaan met God de Vader, God de Zoon en God de Heilige Geest.

De pas geopende school in Madrid kan veel doen: ze biedt de maatschappij een echte en doeltreffende hulp in een belangrijke taak; ze verricht een christelijk werk in het huisgezin door daar vreugde, vrede en begrip te brengen. Ik zou hierover urenlang kunnen praten, maar wat ik gezegd heb maakt voldoende duidelijk dat voor mij het werk in de huishouding een taak van zeer grote betekenis is, want met dit werk kan veel goed maar ook veel kwaad gedaan worden in de gezinnen zelf. Ik hoop dat de school in Madrid veel goeds gaat doen. Dan zullen er meer mensen zijn die dat beroep op menselijk hoog niveau met kennis van zaken en apostolische ijver uitoefenen, en er een vreugdevol beroep van maken, dat overal op de wereld zo doeltreffend kan zijn.