Lijst van punten

Er zijn 3 punten in «Gesprekken met mgr. Escrivá» waarvan het onderwerp is Offer → liefde.

Tijdens de mis die u onlangs in oktober, bij gelegenheid van de vergadering van de Vrienden van de Universiteit van Navarra, in Pamplona hebt opgedragen sprak u op een ontroerende wijze over de menselijke liefde. Veel lezeressen hebben ons geschreven wat een diepe indruk uw woorden op hen hebben gemaakt. Kunt u ons zeggen wat volgens u de belangrijkste waarden van het christelijke huwelijk zijn?

We gaan het nu over een onderwerp hebben, dat ik goed ken vanuit mijn priesterlijke ervaring van vele jaren en in vele landen. Het merendeel van de leden van het Opus Dei is getrouwd en de menselijke liefde en de plichten van het huwelijk zijn voor hen een onderdeel van hun goddelijke roeping. Het Opus Dei heeft van het huwelijk een goddelijke weg gemaakt, een roeping, en dat heeft gevolgen voor de persoonlijke heiliging en het apostolaat. Al bijna veertig jaar spreek ik nu al over de zin van het huwelijk als roeping. En hoe vaak heb ik de ogen van mannen en vrouwen zien schitteren toen zij mij hoorden zeggen dat het huwelijk een goddelijke weg op aarde is. En dat, terwijl ze tot dan toe geloofd hadden dat een leven van overgave aan God niet te verenigen was met hun zuivere, echte menselijke liefde.

De zin van het huwelijk is dat man en vrouw elkaar in en door het huwelijk heiligen. Het door Christus ingestelde sacrament geeft hun daarvoor een heel bijzondere genade. Wie tot het huwelijk geroepen is, vindt met Gods genade in die levensstaat alles wat nodig is om heilig te worden, om elke dag meer met Christus één te worden en de mensen met wie hij samen optrekt dichter bij Christus te brengen.

Daarom denk ik altijd met hoop en genegenheid aan de christelijke huizen, de gezinnen die uit het sacrament van het huwelijk ontstaan en die een schitterende getuigenis zijn van het grote goddelijke mysterie - sacramentum magnum (Ef 5,32) - van de eenheid en liefde tussen Christus en zijn Kerk. Ons werken moet erop gericht zijn dat die christelijke cellen van de maatschappij ontstaan en groeien met het verlangen naar heiligheid, met het besef dat het Doopsel aan alle christenen een goddelijke opdracht geeft, die ieder moet vervullen op zijn eigen weg.

De christelijke echtgenoten dienen ervan overtuigd te zijn dat ze de roeping hebben om zich te heiligen door anderen te helpen heilig te worden, dat ze geroepen zijn om apostelen te zijn, en dat hun eigen gezin hun belangrijkste apostolaat is. Zij moeten de bovennatuurlijke betekenis leren beseffen van het stichten van een gezin, de opvoeding van de kinderen en de christelijke uitstraling voor de maatschappij. Van het besef dat ze een eigen opdracht hebben hangt voor een groot deel het doel en het succes van hun leven, in een woord hun geluk, af.

Aan de andere kant zouden ze nooit moeten vergeten dat het geheim van het huwelijksgeluk te vinden is in het alledaagse en niet in dromerijen. Het ligt in de verborgen blijdschap die het thuiskomen geeft; in de liefdevolle omgang met de kinderen; in het dagelijkse werk, waarbij het hele gezin helpt; in het goede humeur, tegenover moeilijkheden, die in sportieve geest aangepakt moeten worden; in een goed gebruik van de verworvenheden, die de moderne techniek biedt om de woning prettiger en het leven gemakkelijker te maken, en die daardoor een bredere ontwikkeling mogelijk maken.

Ik laat geen gelegenheid voorbij gaan om aan de mensen die God geroepen heeft om een gezin te stichten, te zeggen dat ze altijd moeten proberen elkaar met dezelfde blijde liefde tegemoet te treden als met de liefde die ze als verloofden voor elkaar hadden. Wat een armzalige opvatting van het huwelijk, dat een sacrament, een ideaal en een roeping is, hebben mensen die denken dat de liefde verdwenen is als de zorgen en de moeilijkheden beginnen die het leven nu eenmaal met zich meebrengt. Juist dan wordt de liefde sterker. Zelfs groot leed en tegenspoed kunnen de echte liefde niet doden. Integendeel, het offer dat je samen edelmoedig brengt maakt de band alleen maar hechter. In de heilige Schrift lezen we: Aquae multae - de vele moeilijkheden van fysieke en morele aard - non potuerunt extinguere caritatem, kunnen de liefde niet doden (Hoogl 8,7).

Er zijn huwelijken waarin de vrouw om verschillende redenen van haar man gescheiden leeft en zich in een vernederende, ondraaglijke situatie bevindt. In dergelijke gevallen is het voor hen moeilijk de onontbindbaarheid van het huwelijk te accepteren. Deze van hun man gescheiden levende vrouwen beklagen zich over het ontbreken van de mogelijkheid om een nieuw gezin te stichten. Welk antwoord kunt u in zulke situaties geven?

Met volledig begrip voor hun verdriet zou ik aan die vrouwen zeggen dat ze ook in die situatie de Wil van God moeten zien te ontdekken. God is een liefhebbende Vader en zijn Wil is nooit wreed.Het is mogelijk dat de situatie een tijdlang bijzonder moeilijk is, maar als die vrouwen zich tot de Heer en zijn heilige Moeder wenden, zal de hulp van de genade hun niet ontbreken.

De onontbindbaarheid van het huwelijk is geen gril van de Kerk en zelfs niet een louter positieve kerkelijke wet. Het gaat om een natuurwet, van goddelijk recht, en past geheel bij onze natuur en bij de bovennatuurlijke orde van de genade. Dit verklaart dat de onontbindbaarheid van het huwelijk in verreweg de meeste gevallen een absoluut noodzakelijke voorwaarde is voor het geluk van de echtgenoten en voor het welzijn, ook geestelijk, van de kinderen. Maar altijd, ook in de verdrietige gevallen waarover wij spreken, schenkt de onvoorwaardelijke aanvaarding van de Wil van God een diepe, door niets te vervangen voldoening. Dat is geen uitvlucht of een goedkoop troostmiddel, maar de essentie van het christelijk leven.

Als de gescheiden levende vrouw kinderen heeft te verzorgen, moet dat voor haar juist een permanente oproep zijn tot een liefdevolle, moederlijke overgave, die in dat geval bijzonder nodig is om voor de kinderen de nadelen van een verdeeld gezin goed te maken. En ze moet vol edelmoedigheid begrijpen dat de onontbindbaarheid van het huwelijk van haar weliswaar een groot offer vraagt, maar voor de meeste gezinnen een bescherming van hun eenheid is, en dat daardoor de liefde van de echtgenoten versterkt en de geborgenheid van de kinderen verzekerd wordt.

Deze verbazing over de schijnbare hardheid van het christelijke gebod van de onontbindbaarheid van het huwelijk is niet nieuw. Zelfs de apostelen waren verbaasd toen Christus het opnieuw bevestigde. Het gebod kan misschien wel een last en een juk lijken, maar Christus zelf heeft ons geleerd dat zijn juk zoet en zijn last licht is.

Met alle begrip voor de onvermijdelijke hardheid van veel situaties - situaties die maar al te vaak hadden kunnen en moeten worden voorkomen - moet men anderzijds ook niet te veel dramatiseren. Is het leven van de vrouw in zo'n situatie dan echt zoveel harder dan bijvoorbeeld het leven van een vrouw die slecht behandeld wordt, of het leven van mensen die een of ander zwaar lichamelijk of psychisch letsel hebben?

Wat een mens, en zelfs een hele maatschappij, ongelukkig maakt is de onverzadigbare zucht naar welvaart en de niets ontziende drang, waarmee men alles wat een last is, uit wil schakelen. Het leven heeft vele facetten, zeer verschillende situaties, waarvan sommige hard en andere schijnbaar makkelijk zijn. Maar in elke situatie afzonderlijk is de genade van God aanwezig, is een concrete oproep van God, een unieke gelegenheid om te handelen en een getuigenis van de liefde van God te geven. Aan wie de drukkende last van een moeilijke situatie moet dragen zou ik aanraden te proberen de eigen problemen een beetje te vergeten en zich om de problemen van andere mensen te bekommeren. Dat zal hem blij maken en hem vooral dichter bij God brengen.

Echte armoede bestaat grotendeels in het offer, het kunnen afzien van het overbodige, dat niet zozeer met theoretische maatstaven gemeten wordt, maar veeleer met deze innerlijke stem die ons waarschuwt, wanneer het egoïsme of de overdreven gemakzucht binnendringt. Comfort, in de positieve zin van het woord, is noch luxe noch overdaad, maar een middel om het leven voor het eigen gezin en voor andere mensen prettiger te maken, zodat ze God beter kunnen dienen.

Armoede bestaat in het zich onthechten van de aardse dingen, in het vermogen om eventueel ook onprettige dingen en het gebrek aan materiële middelen met blijdschap te accepteren. Bij armoede hoort ook dat men de hele dag bezet heeft met een flexibel rooster en elk uur met een nuttige bezigheid kan vullen, dat men de dingen zo goed mogelijk doet en ervoor zorgt dat ook kleinigheden stipt, netjes en in een goed humeur verlopen. In een dergelijke dagindeling moet, afgezien van de tijden voor het gebedsleven, de nodige tijd vrij blijven voor zinvolle ontspanning en voor het samenzijn met het gezin, en verder voor lectuur, hobby's, kunst en dergelijke. Kortweg, het gaat erom, voor de dienst aan onze medemensen en ook voor onszelf tijd te vinden, zonder te vergeten dat alle mensen, mannen en vrouwen, en niet alleen de armen, de plicht hebben te werken. Rijkdom en materiële welvaart zijn alleen maar een teken dat men meer verplicht is om verantwoordelijkheid tegenover de hele maatschappij te voelen.

Wat aan het offer zin geeft is de liefde. Elke moeder weet wat het betekent zich voor de kinderen op te offeren, niet alleen maar een paar uur van de dag aan ze te besteden, maar zich een leven lang aan hun welzijn te wijden. Je gedurende je hele leven op je medemensen oriënteren en zo'n gebruik maken van de dingen dat je de anderen altijd iets kunt geven, dat zijn heel concrete aspecten van de armoede die garanderen dat je echt onthecht bent.

Voor een moeder is het niet alleen van belang zelf zo te leven, maar ook haar kinderen in deze geest op te voeden. Ze moet in hen het geloof, de optimistische hoop en de liefde aanwakkeren; hun leren hun egoïsme te overwinnen en edelmoedig een deel van hun tijd te besteden om minder bedeelde mensen te helpen door aan hun leeftijd aangepaste taken uit te voeren, waardoor de zin van menselijke en goddelijke saamhorigheid tot uiting komt.

Kort samengevat: ieder moet in het leven zijn roeping vervullen. Het beste voorbeeld van armoede zijn voor mij altijd deze vaders en moeders van kinderrijke en arme gezinnen geweest, die helemaal voor hun kinderen leven, die met hun inspanning en doorzettingsvermogen, vaak zonder ook maar één woord over de moeilijkheden te uiten, het gezin vooruit helpen, er een blij thuis van maken, waarin allen leren beminnen, dienen en werken.

Verwijzingen naar de H. Schrift