Lijst van punten

Er zijn 4 punten in «Gesprekken met mgr. Escrivá» waarvan het onderwerp is Wil van God → trouw.

Bij diverse gelegenheden hebt u, als de begintijd van het Opus Dei ter sprake kwam, gezegd dat u toen niet anders bezat dan “jeugd, Gods genade en een goed humeur”. In de jaren twintig had bovendien de theorie van het lekendom nog lang niet die graad van ontwikkeling bereikt die zij nu heeft. Het Opus Dei is echter nu al een tastbare werkelijkheid in het leven van de Kerk. Kunt u ons verklaren hoe u reeds als jong priester het inzicht had dat nodig was om dit werk te kunnen realiseren?

Het was en is mijn enig streven de wil van God te volbrengen. Neemt u me niet kwalijk als ik verder niet inga op de details met betrekking tot het begin van het Werk, waarvan ik de betekenis door Gods liefde al vanaf 1917 voorvoelde. Ze zijn onafscheidelijk verbonden met de geschiedenis van mijn ziel en behoren tot mijn eigen innerlijk leven. Ik zou alleen willen zeggen dat ik steeds met de toestemming en de welwillende zegen van de bisschop van Madrid, waar het Opus Dei op 2 oktober 1928 ontstond, gehandeld heb. Later, ook altijd, met de goedkeuring en de aanmoediging van de Heilige Stoel en, in ieder concreet geval, van de bisschoppen van de plaatsen waar wij werkten.

Kunt u ons zeggen hoe en waarom u het Opus Dei gesticht hebt? Welke gebeurtenissen zijn volgens u de belangrijkste mijlpalen in de ontwikkeling ervan?

Waarom? De werken die uit Gods Wil ontstaan kennen geen ander waarom dan de goddelijke wens om ze als een uiting van Zijn universele heilswil te gebruiken. Vanaf het eerste ogenblik was het Werk wereldwijd, katholiek. Het werd niet geboren om de concrete problemen in het Europa van de jaren twintig op te lossen. Het is ontstaan om aan mannen en vrouwen van alle landen, talen en rassen, in zeer verschillende levens- en sociale omstandigheden te zeggen, dat ze in iedere levensstaat - als ongetrouwde of getrouwde, als weduwe, weduwnaar, of priester - God zonder voorbehoud kunnen beminnen en dienen, zonder hun beroep, gezin of maatschappelijk leven op te geven.

Hoe het Opus Dei gesticht werd? Zonder enig menselijk middel. Ik bezat alleen maar mijn leeftijd van 26 jaar, de genade van God en een goed humeur. Het Werk werd klein geboren: het bestond slechts in de ijver van een jonge priester die er alles voor over had om te doen wat God van hem wilde.

U vraagt me naar bijzondere mijlpalen. Voor mij is elk ogenblik, waarop door het Opus Dei een mens dichter bij God komt en zo meer broeder wordt voor zijn medemensen, een belangrijke mijlpaal in het Werk.

Maar u had graag dat ik u iets vertel over de beslissende momenten in de geschiedenis van het Opus Dei. Het zijn wel niet de belangrijkste data, maar toch zal ik u uit mijn hoofd een paar toch bijzondere punten noemen. Al in de eerste maanden van het jaar 1935 waren alle voorbereidingen getroffen om met het Werk in Frankrijk, concreet in Parijs, te beginnen. Maar door de Spaanse burgeroorlog en daarna door de tweede wereldoorlog werden we gedwongen om deze uitbreidingsplannen uit te stellen. Maar die vertraging duurde niet lang omdat de uitbreiding van het Werk noodzakelijk was. Al in 1940 begint het Werk in Portugal. Bijna op hetzelfde tijdstip waarop de vijandelijkheden gestaakt werden begonnen we in Engeland, Frankrijk, Italië en de Verenigde Staten en in Mexico, al waren in de voorafgaande jaren wel reeds enige reizen daarheen gemaakt. Toen breidde het Werk zich langzaam maar zeker verder uit. Vanaf de jaren 1949 en 1950 kwamen Duitsland, Nederland, Zwitserland, Argentinië,Canada, Venezuela en andere Europese en Latijns-Amerikaanse landen erbij. Tegelijkertijd vond de uitbreiding in andere landen en werelddelen plaats: Noord-Afrika, Japan, Kenia en andere landen van Oost-Afrika, Australië, de Filippijnen, Nigeria enzovoort.

Graag denk ik ook terug aan de talrijke gelegenheden waarbij de pausen heel open en duidelijk van hun liefde voor het Werk hebben blijk gegeven. Sinds 1946 woon ik in Rome en ik heb dus de gelegenheid gehad om Pius XII, Johannes XXIII en Paulus VI te leren kennen. Bij allen heb ik steeds vaderlijke genegenheid gevonden.

Mogelijk zijn er mensen die denken dat het Opus Dei het tot nu toe van de geestdrift van zijn eerste leden moest hebben, al zijn er intussen al duizenden. Wat garandeert het voortbestaan van het Werk en hoe is het risico, waarmee trouwens iedere instelling te maken heeft, te voorkomen dat de ijver en het elan van het eerste uur verslappen?

Het Werk is niet op enthousiasme gebaseerd maar op geloof. De jaren van het begin - lange jaren - waren erg hard, er waren alleen maar moeilijkheden. Het Opus Dei ging vooruit door de genade Gods en door het gebed en het offer van de eerste leden, zonder dat het over menselijke middelen beschikte. Het enige dat wij bezaten was jeugd, een goed humeur en de wens om de wil van God te doen.

Vanaf het begin waren de wapens van het Opus Dei het gebed, een leven van overgave, het in stilte opgeven van alles wat egoïsme is, om zo de mensen te dienen. Zoals ik u al zei, komt men bij het Opus Dei alleen maar om een geest te ontvangen die juist leidt naar een volledige zelfverloochening, terwijl de beroepsarbeid uit liefde tot God, en om Hem tot zijn schepselen gewoon doorgaat.

De garantie tegen een verslapping bestaat alleen maar hierin dat mijn kinderen van het Opus Dei de geest ervan nooit verliezen. Ik weet dat de werken van de mensen na verloop van tijd verslijten. Met de werken van God gebeurt dit niet, of het moet zijn dat ze door de mensen omlaag gehaald worden. Alleen als de goddelijke drijfveer verloren gaat, treden verval en ondergang op. In ons geval ziet men duidelijk de Voorzienigheid van de Heer die er in die korte tijd van maar veertig jaar voor zorgde, dat in zo verschillende landen gewone burgers die zich in niets van de andere mensen onderscheiden, die specifieke roeping ontvangen en ernaar leven.

Het doel van het Opus Dei is, ik herhaal het, de heiligheid van elk van zijn leden, van mannen en vrouwen, die blijven op de plaats die ze in de wereld hadden. Als iemand niet met de bedoeling bij het Werk komt om, ondanks alles - dat wil zeggen, ondanks de eigen ellende, de eigen persoonlijke fouten - heilig te worden, zal hij al gauw weer gaan. Ik ben van mening dat heiligheid heiligheid oproept en ik bid tot God dat in het Opus Dei die vaste overtuiging en dat leven uit het geloof nooit zullen ontbreken. U ziet, wij bouwen niet alleen maar op menselijke of juridische zekerheden. De werken waartoe God opwekt, bewegen zich op het ritme van de genade van God. Mijn enige recept is: heilig zijn, heilig willen worden, met persoonlijke heiligheid.

Er zijn huwelijken waarin de vrouw om verschillende redenen van haar man gescheiden leeft en zich in een vernederende, ondraaglijke situatie bevindt. In dergelijke gevallen is het voor hen moeilijk de onontbindbaarheid van het huwelijk te accepteren. Deze van hun man gescheiden levende vrouwen beklagen zich over het ontbreken van de mogelijkheid om een nieuw gezin te stichten. Welk antwoord kunt u in zulke situaties geven?

Met volledig begrip voor hun verdriet zou ik aan die vrouwen zeggen dat ze ook in die situatie de Wil van God moeten zien te ontdekken. God is een liefhebbende Vader en zijn Wil is nooit wreed.Het is mogelijk dat de situatie een tijdlang bijzonder moeilijk is, maar als die vrouwen zich tot de Heer en zijn heilige Moeder wenden, zal de hulp van de genade hun niet ontbreken.

De onontbindbaarheid van het huwelijk is geen gril van de Kerk en zelfs niet een louter positieve kerkelijke wet. Het gaat om een natuurwet, van goddelijk recht, en past geheel bij onze natuur en bij de bovennatuurlijke orde van de genade. Dit verklaart dat de onontbindbaarheid van het huwelijk in verreweg de meeste gevallen een absoluut noodzakelijke voorwaarde is voor het geluk van de echtgenoten en voor het welzijn, ook geestelijk, van de kinderen. Maar altijd, ook in de verdrietige gevallen waarover wij spreken, schenkt de onvoorwaardelijke aanvaarding van de Wil van God een diepe, door niets te vervangen voldoening. Dat is geen uitvlucht of een goedkoop troostmiddel, maar de essentie van het christelijk leven.

Als de gescheiden levende vrouw kinderen heeft te verzorgen, moet dat voor haar juist een permanente oproep zijn tot een liefdevolle, moederlijke overgave, die in dat geval bijzonder nodig is om voor de kinderen de nadelen van een verdeeld gezin goed te maken. En ze moet vol edelmoedigheid begrijpen dat de onontbindbaarheid van het huwelijk van haar weliswaar een groot offer vraagt, maar voor de meeste gezinnen een bescherming van hun eenheid is, en dat daardoor de liefde van de echtgenoten versterkt en de geborgenheid van de kinderen verzekerd wordt.

Deze verbazing over de schijnbare hardheid van het christelijke gebod van de onontbindbaarheid van het huwelijk is niet nieuw. Zelfs de apostelen waren verbaasd toen Christus het opnieuw bevestigde. Het gebod kan misschien wel een last en een juk lijken, maar Christus zelf heeft ons geleerd dat zijn juk zoet en zijn last licht is.

Met alle begrip voor de onvermijdelijke hardheid van veel situaties - situaties die maar al te vaak hadden kunnen en moeten worden voorkomen - moet men anderzijds ook niet te veel dramatiseren. Is het leven van de vrouw in zo'n situatie dan echt zoveel harder dan bijvoorbeeld het leven van een vrouw die slecht behandeld wordt, of het leven van mensen die een of ander zwaar lichamelijk of psychisch letsel hebben?

Wat een mens, en zelfs een hele maatschappij, ongelukkig maakt is de onverzadigbare zucht naar welvaart en de niets ontziende drang, waarmee men alles wat een last is, uit wil schakelen. Het leven heeft vele facetten, zeer verschillende situaties, waarvan sommige hard en andere schijnbaar makkelijk zijn. Maar in elke situatie afzonderlijk is de genade van God aanwezig, is een concrete oproep van God, een unieke gelegenheid om te handelen en een getuigenis van de liefde van God te geven. Aan wie de drukkende last van een moeilijke situatie moet dragen zou ik aanraden te proberen de eigen problemen een beetje te vergeten en zich om de problemen van andere mensen te bekommeren. Dat zal hem blij maken en hem vooral dichter bij God brengen.

Verwijzingen naar de H. Schrift