Lijst van punten

Er zijn 5 punten in «Christus komt langs » waarvan het onderwerp is Eucharistie → Offer van Christus.

Door het priesterschap heeft God het mogelijk gemaakt dat sommige gelovigen op een nieuwe en onuitsprekelijke wijze de heilige Geest en daarmee een onuitwisbaar merkteken in hun ziel ontvangen. Het maakt hen gelijkvormig aan het priesterschap van Christus waardoor zij in de naam van Jezus Christus, het Hoofd van zijn mystiek Lichaam, kunnen handelen (zie Concilie van Trente, zitting 23, c. 4; Vaticanum II, Decreet Presbyterorum ordinis, nr. 2). Op grond van dit ambtelijk priesterschap, dat essentieel en niet gradueel verschilt van het algemeen priesterschap van alle gelovigenZie Vaticanum II, Const. Lumen gentium, nr. 10), kunnen de gewijde bedienaren het Lichaam en Bloed van Christus consacreren, het heilig Offer aan God opdragen, in de sacramentele biecht zonden vergeven en de mensen leerstellig onderricht geven in iis quae sunt ad Deum, enkel en alleen in alles wat met God te maken heeft (Heb 5, 1).

Daarom moet een priester uitsluitend een man Gods zijn en niet willen schitteren op terreinen waar de andere christenen hem niet nodig hebben. Een priester is geen psycholoog, geen socioloog, geen antropoloog, hij is een andere Christus, Christus zelf, en heeft de zorg voor de ziel van zijn broeders. Het zou treurig zijn als een priester zich op basis van een menswetenschap — die hij, als hij zich aan zijn priesterlijke taak wil wijden, alleen als amateur en leerling kan beoefenen — zonder meer bevoegd zou achten om in kwesties van dogmatische theologie of moraaltheologie leerstellingen te verkondigen. Hij zou alleen maar blijk geven van een dubbele onwetendheid — zowel in de menswetenschappen als in de theologische wetenschap — ook al zou hij met een oppervlakkige houding van deskundigheid enkele weerloze lezers of toehoorders van de wijs weten te brengen.

Het is algemeen bekend dat er geestelijken zijn die een nieuwe Kerk willen fabriceren en Christus verraden door van het spirituele doel — het heil van de zielen, het heil van ieder individu afzonderlijk — een tijdelijk doel te maken. Als zij geen weerstand bieden aan die bekoring zijn zij niet langer bezig met hun heilig ambt en verliezen zij het vertrouwen en het respect van het volk. Ze zullen een vreselijke ravage in de Kerk aanrichten en eigenmachtig de politieke vrijheid van de christenen en van andere mensen aantasten. Dit leidt tot verwarring in de samenleving, waarvoor zij zelf een gevaar worden. Het heilig priesterschap is het sacrament van de bovennatuurlijke dienst aan de broeders in het geloof, maar het lijkt dat sommigen er een aards instrument van willen maken om op een nieuwe wijze met willekeur over anderen te heersen.

De heilige Mis vieren betekent voortdurend in gebed zijn, want ieder van ons heeft daar een persoonlijke ontmoeting met God waarbij we Hem aanbidden, Hem loven, Hem smeken, Hem dankzeggen, eerherstel brengen voor onze zonden, ons zuiveren en ons in Christus één voelen met alle christenen.

Misschien vragen we ons wel eens af hoe wij aan zoveel liefde van God kunnen beantwoorden en we zouden graag een duidelijk programma voor een christelijk leven willen zien. De oplossing is gemakkelijk en ligt binnen het bereik van alle gelovigen: van harte meedoen met de Mis, in de Mis leren God te ontmoeten, want in dit Offer ligt alles besloten wat de Heer van ons wil.

Ik wil jullie graag herinneren aan iets waar jullie al zo vaak bij aanwezig zijn geweest: de liturgie van de Mis. Als wij die stap voor stap doornemen zal Onze Lieve Heer ons misschien laten ontdekken waarin we moeten beteren, welke gebreken wij moeten uitroeien en hoe we met alle mensen als broeders en zusters moeten omgaan.

De priester gaat naar het altaar van God, naar God die onze jeugd verblijdt. De heilige Mis begint met een vreugdezang, want God is aanwezig. Die vreugde uit zich vol eerbied en liefde in de kus op de altaartafel, een symbool van Christus en een herinnering aan de heiligen; het is een kleine, maar geheiligde plaats, omdat hier het heilig sacrament dat een oneindige werkzaamheid heeft, voltrokken wordt.

In de schuldbelijdenis komen we voor onze onwaardigheid te staan, niet door een abstracte herinnering aan onze schuld, maar door ons onze zonden en fouten voor de geest te halen. Daarom herhalen wij: Kyrie eleison, Christe eleison, Heer, ontferm U over ons; Christus, ontferm U over ons. Als de vergiffenis die we nodig hebben afhankelijk zou zijn van onze verdiensten, dan zou er op dat moment een bitter verdriet in ons opkomen. Maar aangezien Hij goed is krijgen we door de barmhartigheid van God vergiffenis, en we loven Hem dan ook onmiddellijk door het Gloria in te zetten: Want Gij alleen zijt de Heilige, Gij alleen de Heer, Gij alleen de Allerhoogste, Jezus Christus, met de heilige Geest, in de heerlijkheid van God de Vader.

Wij luisteren in de lezingen naar de woorden van de heilige Schrift. Ze zijn het licht van de heilige Geest die in menselijke taal tot ons spreekt, zodat ons verstand kan kennen en overwegen, onze wil gesterkt wordt en we tot daden overgaan. Want wij zijn één volk dat één geloof belijdt, één credo, één volk verenigd in de eenheid van de Vader, de Zoon en de heilige Geest (H. Cyprianus, De domenica oratione, 23 (PL 4, 553)].

Dan komt de offerande: het brood en de wijn, gaven van de mensen. Veel is het niet, maar ze gaan samen met ons gebed: Aanvaard, Heer, onze vernederde geest en ons rouwmoedig hart, en laat heden ons offer zó voor uw aangezicht komen, dat het U behaagt, Heer God. Opnieuw komt de gedachte aan onze ellende boven en het verlangen dat alles wat wij de Heer nu aanbieden, rein en gezuiverd mag zijn: Ik zal mijn handen wassen, ik houd van de waardigheid van uw huis.

Al vóór de handwassing hebben we de heilige Geest aangeroepen en Hem gevraagd het offer te zegenen dat in zijn heilige naam wordt opgedragen. Na de reiniging richten wij ons tot de Drie-eenheid — Suscipe, Sancta Trinitas – met de vraag om wat wij Hem aanbieden te aanvaarden ter gedachtenis aan het leven, het lijden, de verrijzenis en de hemelvaart van Christus, ter ere van Maria, altijd Maagd, en ter ere van alle heiligen.

De priester bidt vervolgens orate, fratres, opdat het offer ten goede mag komen aan het welzijn van allen; want dit is mijn en jullie offer, dat van de hele heilige Kerk. Bidt broeders en zusters, zelfs als jullie maar met weinigen bij elkaar gekomen zijn, zelfs als er maar één gelovige fysiek aanwezig is of als de priester alleen is: want iedere Mis is het universele offer, de losprijs van alle stammen en talen, van alle volkeren en naties (zie Apok 5, 9).

Door de gemeenschap van de heiligen ontvangen alle christenen de genadegaven van iedere heilige Mis, of die nu wordt opgedragen in aanwezigheid van duizenden mensen, of er maar één kind aanwezig is om de Mis te dienen, dat misschien nog verstrooid is ook. In beide gevallen verenigen de hemel en de aarde zich om met de engelen van de Heer aan te heffen: Sanctus, sanctus, sanctus, Heilig, heilig, heilig…

Ik sluit me aan bij de lofzang van de engelen. Dat gaat vanzelf omdat ik weet dat ik bij het opdragen van de heilige Mis door hen omringd word. Zij aanbidden de Drie-eenheid. En ik weet ook dat de Maagd Maria op een of andere manier meewerkt vanwege haar innige verbondenheid met de allerheiligste Drie-eenheid en omdat zij de Moeder van Christus is, van zijn Lichaam en zijn Bloed. Jezus Christus, volmaakt God en volmaakt mens, heeft Maria als moeder. Ze heeft Hem zonder de tussenkomst van een man ontvangen, alleen door de kracht van de heilige Geest, en ze gaf Hem het bloed, hetzelfde bloed dat op Calvarië en in de heilige Mis als verlossend offer wordt opgedragen.

Nu komen we met het kinderlijk vertrouwen waarmee we God onze algoede Vader noemen bij de canon, het eucharistisch gebed. We bidden tot Hem voor de Kerk en voor allen in de Kerk, voor de paus, voor onze familie, voor onze vrienden en bekenden. En omdat de katholiek een hart heeft dat naar allen uitgaat, bidt hij voor de hele wereld, want niets mag van zijn vurige ijver worden buitengesloten. En opdat de smeekbede wordt aangenomen, herinneren wij aan onze gemeenschap met de allerheiligste Maagd Maria en met een handvol mensen die de eersten waren die Christus volgden en voor Hem zijn gestorven.

Quam oblationem, gewaardig U… Het moment van de consecratie nadert. Nu, in de heilige Mis, is het opnieuw Christus die door de priester handelt: Dit is mijn Lichaam. Dit is de kelk van mijn Bloed. Jezus is nu onder ons! Met de transsubstantiatie wordt de oneindige goddelijke dwaasheid die door de liefde wordt ingegeven, hernieuwd. Als dat ogenblik straks weer nadert, kan ieder van ons in zijn hart tegen Onze Lieve Heer zeggen dat niets ons van Hem zal kunnen scheiden en dat zijn bereidwilligheid om zich geheel weerloos over te leveren onder de fragiele gedaanten van brood en wijn, ons tot zijn vrijwillige slaven heeft gemaakt: praesta meae menti de te vivere, et te illi simper dulce sapere, wil in mijn geest uw leven storten, in U ook steeds mijn vreugde doen zijn (Hymne Adoro te devote).

Er volgen nog meer smeekgebeden, want wij mensen zijn doorgaans geneigd om te vragen. Dit keer is het voor onze overleden broeders en zusters, voor onszelf. Hier kunnen wij onze ontrouw en ellende bij insluiten. Het is een zware last, maar Hij wil die voor ons en met ons dragen. Het eucharistisch gebed eindigt met het opnieuw aanroepen van de allerheiligste Drie-eenheid: Per Ipsum, et cum Ipso, et in Ipso…, door Christus, met Christus en in Christus, komt U, God almachtige Vader in de eenheid van de heilige Geest alle eer en glorie toe, door alle eeuwen der eeuwen.

We waren zojuist aanwezig bij de gebeurtenis in Naïn. We zouden ons ook veel andere gebeurtenissen voor de geest kunnen halen, want het evangelie staat er vol van. Deze verhalen hebben het hart van de mensen altijd geraakt en zullen dat blijven doen. Ze gaan niet alleen over het oprechte gebaar van een man die medelijden heeft met zijn medemensen, maar vooral over de openbaring van de onmetelijke liefde van God. Het hart van Jezus is het hart van de mensgeworden God, van de Emmanuël, God met ons.

De Kerk wordt, met Christus verenigd, geboren uit een doorstoken Hart (Hymne bij de vigilie van het feest van het heilig Hart). Uit dit hart dat wijd openstaat, ontvangen wij het leven. Moeten we hierbij niet vanzelf, al is het maar even, bij de sacramenten stilstaan waardoor God in ons werkt en ons laat delen in de verlossende kracht van Christus? Het is toch vanzelfsprekend dat wij met een bijzondere dankbaarheid aan het allerheiligst sacrament van de Eucharistie denken, aan het heilig offer van Calvarië en de voortdurende onbloedige hernieuwing ervan in de heilige Mis? Het is Jezus die zich als voedsel aan ons geeft. Omdat Jezus tot ons komt wordt alles anders, want er werkt een kracht in ons — de hulp van de heilige Geest — die onze ziel vult en die vorm geeft aan onze daden, onze gedachten en onze gevoelens. Het hart van Christus geeft vrede aan de christen.

Het fundament van de overgave die de Heer van ons vraagt zijn niet alleen onze eigen wensen of onze eigen krachten die zo vaak beperkt en hulpeloos zijn; de overgave steunt in de eerste plaats op de genade die het liefdevolle hart van de mensgeworden God voor ons heeft veroverd. Daarom kunnen en moeten wij volharden in ons geestelijk leven als kinderen van onze Vader die in de hemel is, zonder toe te geven aan ontmoediging of neerslachtigheid. Ik wijs er graag op dat de christen juist in het dagelijks leven, in de gewone dingen en in de normale omstandigheden, vanuit het geloof, de hoop en de liefde leeft. Hierin ligt namelijk de essentie van het doen en laten van de mens die vertrouwt op de hulp van God. In deze theologale deugden vindt hij vreugde, kracht en innerlijke vrede.

Dit zijn de vruchten van de vrede van Christus, van de vrede die zijn allerheiligst Hart ons brengt. Want, het is goed daar nog eens op terug te komen, de liefde van Jezus voor de mensen is een van die onpeilbare diepten van het goddelijk mysterie, van de liefde van de Zoon voor de Vader en voor de heilige Geest. De heilige Geest, de liefdesband tussen de Vader en de Zoon, ontmoet in het Woord een menselijk hart.

Het is niet mogelijk over deze centrale mysteries van ons geloof te spreken zonder ons bewust te zijn van de beperktheid van ons verstand en de rijkdom van de openbaring. Toch geloven wij nederig en vast in deze waarheden, ook al kunnen we ze met ons verstand niet bevatten. Gesteund door het getuigenis van Christus weten we dat het zo is; dat de liefde in de schoot van de Drie-eenheid over alle mensen wordt uitgegoten via de liefde van het hart van Jezus.

Verwijzingen naar de H. Schrift
Verwijzingen naar de H. Schrift