587

Zij hebben geen geloof. - Maar bijgelovig zijn ze wél. Wij moesten lachen en voelden ons tegelijk gegeneerd toen die man van aanzien zijn rust verloor bij het horen van een woord, dat op zich onschuldig en ongevaarlijk was, maar dat voor hem een slecht voorteken inhield. Of toen hij iemand onder een ladder zag doorlopen.

Dit punt in een andere taal