114

De ervaring van onze zonden mag ons daarom niet aan onze opdracht doen twijfelen. Zeker, onze zonden kunnen het moeilijker maken om Christus te herkennen. Daarom moeten we de confrontatie met onze persoonlijke ellende aangaan en zuivering zoeken, maar in het besef dat God ons in dit leven niet de absolute overwinning over het kwaad heeft beloofd, maar dat Hij ons vraagt om te strijden. Sufficit tibi gratia mea, Mijn genade is u genoeg,[2 Kor 12, 9) was het antwoord van God toen Paulus Hem vroeg bevrijd te worden van de angel die hem vernederde.

De macht van God manifesteert zich in onze zwakheid en spoort ons aan om tegen onze fouten te strijden, ook al weten we dat we op deze aardse reis nooit de volledige overwinning zullen behalen. Het christelijk leven is een voortdurend beginnen en opnieuw beginnen, een dagelijkse vernieuwing.

Als wij in zijn kruis en in zijn sterven delen, wordt de verrijzenis van Christus werkelijkheid in ons. We moeten van het kruis, van de overgave en van de versterving houden. Christelijk optimisme is geen luchthartig en ook geen simpel menselijk vertrouwen dat alles wel goed zal gaan. Het is een optimisme dat is geworteld in het besef van onze vrijheid en in het geloof in de genade. Dit optimisme verplicht ons om eisen aan onszelf te stellen en ons in te spannen om aan de oproep van God te beantwoorden.

Christus openbaart zich dus niet ondanks onze ellende, maar in zekere zin door onze ellende, door ons leven van mensen van vlees en leem. Hij openbaart zich in onze inspanning om een beter mens te worden, in onze liefde die zuiver probeert te zijn, in onze strijd ons egoïsme de baas te worden en ons helemaal aan anderen te geven en van ons leven een voortdurende dienst te maken.

Verwijzingen naar de H. Schrift
Dit punt in een andere taal