177

De christelijke blijdschap

Laten we het thema dat de Kerk ons vandaag voorhoudt nog eens oppakken: Maria is met ziel en lichaam naar de hemel gegaan; de engelen jubelen! Ik denk ook aan de grote blijdschap van de heilige Jozef, haar allerzuiverste bruidegom, die haar in het paradijs opwachtte. Maar laten we terugkeren naar de aarde. Het geloof verzekert ons dat ons leven hier beneden een pelgrimstocht is, een reis, waarbij offers, lijden en ontberingen niet zullen ontbreken. Niettemin moet de vreugde altijd een tegenwicht vormen op deze weg.

De Heer in vreugde dienen (Ps 99, 2). Een andere manier om Hem te dienen is er niet. God houdt van een blijmoedige gever (2 Kor 9, 7), van iemand die zich volledig geeft in een offer dat hij van harte brengt, want we hebben geen enkele reden om bedroefd te zijn!

Misschien vinden jullie dit overdreven optimistisch, want ieder mens kent zijn tekorten en mislukkingen, iedereen heeft te maken met leed, vermoeidheid, ondankbaarheid, misschien zelfs met haat. Waarom zouden wij, christenen, die niet anders zijn dan anderen, vrijgesteld zijn van wat bij het leven van de mens hoort?

Het zou naïef zijn te doen alsof we niet herhaaldelijk lijden, moedeloosheid, verdriet en eenzaamheid op onze pelgrimstocht over deze aarde tegenkomen. Door ons geloof weten we met zekerheid dat dit alles geen toeval is, en dat het niet het lot van de mens is om de vernietiging van zijn verlangen naar geluk tegemoet te gaan. Het geloof leert ons dat alles een bovennatuurlijke zin heeft, want alles hoort bij de kern van de roeping die ons naar het huis van de Vader leidt. Deze bovennatuurlijke visie op het aardse bestaan van de christen is geen simpele voorstelling van het complexe leven van de mens. Het geeft ons juist de zekerheid dat de rode draad van de liefde van God er doorheen kan lopen; de sterke, onverwoestbare kabel die het leven op aarde verbindt met het uiteindelijke leven in het Vaderland.

Het feest van Maria Tenhemelopneming houdt ons de realiteit van deze blijde hoop voor ogen. Wij zijn nog onderweg, maar onze Moeder is ons voorgegaan en wijst ons naar het einde van deze weg. Ze zegt ons steeds weer dat het mogelijk is om daar te komen en dat we er ook zullen komen als we trouw zijn, want de allerheiligste Maagd Maria is niet alleen een voorbeeld, maar ook de hulp van de christenen. En op ons gebed — Monstra te esse Matrem, laat zien dat u Moeder bentHymne Ave maris stella) — kan en wil ze niet reageren met de weigering om zich met moederlijke zorg om haar kinderen te bekommeren.

Verwijzingen naar de H. Schrift
Dit punt in een andere taal