29

Luister naar je kinderen en geef hun ook jullie tijd. Laat zien dat je vertrouwen in ze hebt. Geloof wat ze je zeggen, ook als ze wel eens liegen. Schrik niet als ze opstandig worden; jullie zijn dat op hun leeftijd waarschijnlijk ook geweest. Kom je kinderen tegemoet en bid voor hen. Als je christelijk handelt, kun je er zeker van zijn dat ze onbevangen met hun natuurlijke nieuwsgierigheid naar jullie komen, in plaats van met hun vragen naar een of andere kwajongen te gaan. Ze zullen met oprechtheid reageren op jullie vertrouwen en vriendschap. En ook al zal er wel eens ruzie en onbegrip zijn, er is vrede in het gezin, er is christelijk leven.

Hoe zal ik het geluk beschrijven, vraagt een schrijver uit de eerste christelijke eeuwen zich af, van het huwelijk dat door de Kerk wordt verenigd, door de wederzijdse overgave wordt bevestigd, door de inzegening wordt bezegeld, door de engelen wordt afgekondigd en door God de Vader als geldig wordt aanvaardt? De echtgenoten zijn nauw met elkaar verbonden, ze staan ten dienste van elkaar, er is niets dat hen van elkaar scheidt, noch lichamelijk, noch geestelijk. Ze zijn twee in één vlees, en zoals er maar één vlees is, zo mag er maar één geest zijn. Over zulke gezinnen verheugt Christus zich en Hij zendt ze zijn vrede. Waar er twee zijn, daar is ook Hij en waar Hij is, is geen plaats voor het kwaad [Tertullianus, Ad uxorem, 1, 2, 9 (PL 1, 1302)].

Dit punt in een andere taal