57

We zijn de Veertigdagentijd begonnen, een tijd van boete, zuivering en bekering. Het is niet eenvoudig dit in praktijk te brengen; het christendom is geen gemakkelijke weg. We kunnen ons niet tevreden stellen met in de Kerk te zijn en de jaren voorbij te laten gaan. In ons leven, in het leven van de christen, is de eerste bekering belangrijk — ieder van ons herinnert zich dat unieke moment waarop ons duidelijk werd wat Onze Lieve Heer van ons vraagt — maar nog belangrijker en moeilijker zijn de bekeringen die daarop volgen. Om het werk van de goddelijke genade te vergemakkelijken moet onze ziel jong blijven, moeten we bidden, naar God luisteren en ontdekken wat we verkeerd doen en daar vergiffenis voor vragen.

Invocabit me et ego exaudiam eum, als gij Mij roept, zal Ik u verhoren, lezen we in de liturgie van deze zondag [Ps 90, 15 (Introïtus van de Mis)]. Is het niet geweldig te zien hoe God voor ons zorgt, hoe Hij voor ons klaarstaat en op ieder ogenblik aandacht heeft voor wat de mens Hem zegt? Hij luistert altijd naar ons, maar in het bijzonder vandaag nu ons hart open staat en het zich wil zuiveren. Wat een vermorzeld en deemoedig hart (Ps 50, 19) aan Hem vraagt, zal Hij zeker niet naast zich neerleggen.

Onze Heer luistert naar ons en wil ons helpen, Hij wil zich in ons leven mengen, ons van het kwade verlossen en ons vullen met het goede: eripiam eum et glorificabo eum, Ik zal hem bevrijden en hem verheerlijken,[Ps 90, 15] zegt Hij over de mens. Dus: hoop op de hemel. En hier staan we, zoals vaker, weer aan het begin van deze innerlijke weg die het geestelijk leven is. De hoop op de verheerlijking maakt ons geloof sterker en doet ons groeien in de liefde. Op die manier beginnen de drie theologale deugden — de goddelijke deugden die ons doen lijken op God, onze Vader — zich te ontvouwen.

Is er een betere manier om de Veertigdagentijd te beginnen? Wij hernieuwen ons geloof, onze hoop en onze liefde, de bron van de geest van boetvaardigheid, van het verlangen naar zuivering. De Veertigdagentijd biedt ons een gelegenheid om meer uitwendige werken van boete te doen. Maar als het daarbij zou blijven, zou de diepe betekenis van de Veertigdagentijd voor het leven van de christen ons ontgaan, want nogmaals, uitwendige daden zijn de vrucht van het geloof, van de hoop en van de liefde.

Verwijzingen naar de H. Schrift
Dit punt in een andere taal