Achtste Statie: Jezus troost de wenende vrouwen

Onder de mensen die de Heer gadeslaan, bevinden zich enkele vrouwen die hun gevoelens van medelijden niet kunnen inhouden en in tranen uitbarsten. Misschien denken ze aan die roemrijke dagen van Jezus Christus, toen iedereen verwonderd uitriep: Bene omnia fecit: Hij heeft alles wel gedaan (Mc. 7, 37).

Maar de Heer wil deze tranen richten op een meer bovennatuurlijk motief, en nodigt hen uit om te huilen voor de zonden, die de oorzaak zijn van de Passie en die de strengheid van de goddelijke rechtvaardigheid zullen afroepen: Dochters van Jeruzalem, weent niet over Mij, maar weent over uzelf en over uw kinderen… Want als men zo met het groene hout handelt, wat zal er dan met het dorre geschieden? (Lc 23, 2831).

Jouw zonden, mijn zonden, die van alle mensen doemen voor ons op. Al het kwaad dat wij verricht hebben en het goede dat wij nagelaten hebben. Het troosteloze panorama van de talloze misdaden en onrechtvaardigheden, die wij zouden hebben begaan als Hij, Jezus, ons niet gesterkt had met het licht van zijn liefdevolle blik.

Wat is een leven toch kort om eerherstel te geven!

Gedachten ter overweging

1. Je zegt mij dat de heiligen vol smart in tranen uitbarstten bij de gedachte aan het lijden van onze Heer. Ik daarentegen…

Misschien is het omdat jij en ik ons die taferelen wel voor de geest halen, maar ze niet “doorleven”.

2. Hij kwam tot de zijnen en de zijnen ontvingen Hem niet (Joh. 1, 1 l).

Erger nog, ze slepen Hem buiten de stad om Hem te kruisigen.

Jezus antwoordt met een uitnodiging tot bekering, nú, zolang de ziel nog onderweg is en er nog tijd is.

Diep berouw over onze zonden. Spijt over het grenzeloze kwaad van de mensen, dat nu de Heer ter dood gaat brengen. Eerherstel voor degenen die nog steeds volharden in hun streven om het offer van Christus aan het Kruis onvruchtbaar te maken.

3. Wij moeten verenigen, wij dienen begrip op te brengen, wij horen te verontschuldigen.

Richt nooit een kruis op alleen maar om eraan te herinneren dat mensen elkaar afgeslacht hebben. Het zou de standaard van de duivel zijn.

Het Kruis van Christus is zwijgen, vergeven en voor vriend en vijand bidden, opdat allen de vrede mogen bereiken.

4. De Meester gaat heel dicht langs ons heen, een keer en nog een keer. Hij kijkt naar ons… En als je naar Hem kijkt, als je naar Hem luistert, als je Hem niet afwijst, zal Hij jou leren hoe je een bovennatuurlijke zin kunt geven aan al jouw handelingen…

En dan zal ook jij, waar je je ook bevindt, troost, vrede en vreugde mogen zaaien.

5. Al bemin je nog zoveel, nooit zul je voldoende beminnen.

Het menselijk hart heeft een enorm expansievermogen. Wanneer het bemint, dan breidt het zich uit in een crescendo van genegenheid dat alle hindernissen overwint.

Indien je de Heer bemint, dan zal er geen schepsel zijn dat geen plaats vindt in jouw hart.

Dit hoofdstuk in een andere taal