Derde Statie: Jezus valt voor de eerste keer onder het Kruis

Het Kruis drukt zwaar, met zijn gewicht schaaft het de schouders van de Heer stuk. Het omringende volk is uitgegroeid tot een reusachtige massa. De soldaten kunnen de opgewonden, verhitte menigte amper in bedwang houden. Zij is gezwollen als een woelige rivier die buiten zijn oevers getreden is en nu door de smalle steegjes van Jeruzalem stroomt.

Het uitgeputte lichaam van Jezus wankelt reeds onder de last van het enorme Kruis. De levensadem uit zijn liefdevol Hart bereikt nauwelijks nog zijn gewonde ledematen.

Links en rechts ziet de Heer de volksmenigte die ronddoolt als een kudde zonder herder. Hij zou ze één voor één bij hun naam kunnen noemen, bij onze naam. Daar staan degenen die gevoed werden bij de vermenigvuldiging van de broden en de vissen, degenen die hun ziektes genezen werden, degenen die zijn leer hebben gehoord aan het meer, op de berg, en in de portieken van de tempel.

Een scherpe pijn doorboort de ziel van Jezus, en de Heer valt neer, volledig uitgeput.

Jij en ik kunnen niets zeggen: nu al weten wij waarom het Kruis van Jezus zo zwaar weegt. En wij huilen over onze fouten en ook over de ontstellende ondankbaarheid van het menselijk hart. Uit het diepste van onze ziel ontspruit een akte van werkelijk berouw, die ons uit onze zondeval weer doet opstaan. Jezus is gevallen opdat wij ons zouden oprichten; nu en steeds weer.

Gedachten ter overweging

1. Ben je bedroefd?… Omdat je gevallen bent in deze kleine schermutseling?

Nee! Wees blij! Want de volgende keer zul jij, met de genade van God en met je vernedering van nu, overwinnen!

2. Zolang er strijd is, geestelijke strijd, is er innerlijk leven. Dat is wat de Heer van ons verlangt: de wil om Hem met daden te beminnen, in de kleine alledaagse dingen.

Als je in het kleine overwonnen hebt, zul je ook in het grote overwinnen.

3. “Die man gaat sterven. Er is niets meer aan te doen…”

Het gebeurde jaren geleden in een ziekenhuis van Madrid.

Na de biecht reikte de priester hem het kruisbeeld om te kussen. De zigeuner schreeuwde, zonder dat men erin slaagde hem tot bedaren te brengen: “Met mijn bedorven mond kan ik de Heer niet kussen!”

“Maar, ga je Hem dan niet dadelijk in de hemel omhelzen en Hem een stevige kus geven?!”… Heb je ooit zo'n verschrikkelijk mooie uiting van berouw beleefd?

4. Je spreekt en ze luisteren niet naar je. En wanneer ze naar je luisteren, begrijpen ze je niet. jij bent een onbegrepen mens!… Akkoord. Maar, hoe dan ook, opdat je kruis de diepte van het Kruis van Christus krijgt, is het nodig dat jij je werk nu zo verricht, zonder dat men rekening met je houdt. Anderen zullen jou begrijpen.

5. Hoevelen zijn er niet die door hun hoogmoed en hun inbeelding Kalvariebergen bestijgen die niet van Christus zijn!

Het Kruis dat jij moet dragen is goddelijk. Wil nimmer een menselijk kruis dragen. En mocht je ooit in deze valstrik geraakt zijn, herstel je direct: het zal voor jou voldoende zijn eraan te denken, dat Hij uit liefde tot ons oneindig meer geleden heeft.

Dit hoofdstuk in een andere taal