346

Laten we Jezus eraan herinneren dat we kinderen zijn. En kinderen, heel kleine kinderen, moeten heel wat doorstaan als ze de trede van een trap op willen! Het lijkt dat ze hun tijd verspillen. Maar ineens is het zover. Een trede en nog een trede. Op handen en voeten en met inspanning van hun hele lijfje behalen zij een nieuwe overwinning: weer een trede, en nóg een. Een hele onderneming! Het is bijna boven…, maar dan stapt het mis… en boem!… is het weer beneden. Huilend en vol butsen staat het arme kind weer op en begint opnieuw aan de beklimming.

Jezus, zo vergaat het ons, als we op onszelf aangewezen zijn. Neem ons, als de grote en goede Vriend van het kleintje, in uw liefdevolle armen. Laat ons niet aan onszelf over tot wij boven zijn. En dan - ja dan - zullen wij aan uw barmhartige Liefde kunnen beantwoorden en U met kinderlijke moed zeggen: Lieve Jezus, behalve Jozef en Maria heeft geen sterveling U bemind zoals ik U bemin en die zal er ook nooit komen…, ook al zijn er heel wat 'dwaze' mensen geweest.

Dit punt in een andere taal