Zuiverheid

De zuiverheid - van ieder in zijn eigen levensstaat: alleenstaande, gehuwde, weduwnaar of weduwe, priester - is een triomfantelijke bevestiging van de liefde.

Het - wonder - van de zuiverheid heeft zijn steunpunten in gebed en versterving.

Hoe verhulder de bekoring tegen de zuiverheid is, hoe gevaarlijker: zij dient zich op een verraderlijke manier aan en is daarom des te bedrieglijker.

Schipper niet, ook niet met die smoes, dat je niet - vreemd wilt lijken.

De heilige zuiverheid: nederigheid van het vlees! Heer, vroeg je Hem, zeven grendels voor mijn hart. En ik gaf je de raad zeven grendels voor je hart te vragen, maar omwille van je jeugd ook de ernst van een tachtigjarige.

Wees verder waakzaam, want een vonkje dooft eerder dan een brand; vlucht, want in dit geval is het een kwalijke lafheid om - dapper - te zijn. Laat je blikken niet in de rondte zwerven, want dat is geen blijk van levendigheid, maar een list van satan.

Maar al die menselijke ijver, en daarbij nog versterving, boetegordel, discipline en vasten, haalt maar zo weinig uit zonder U, mijn God!

Hoor hoe een biechtvader de zinnelijke begeerte doodde van een fijngevoelig mens die zichzelf van een bepaald soort nieuwsgierigheid beschuldigd had: - Ach, dat mannetjes- en vrouwtjesinstinct!

Zodra je vrijwillig een discussie begint met de bekoring, berooft ze de ziel van haar vrede; onzuiverheid die gedoogd wordt, vernietigt op dezelfde wijze de genade.

Hij is de weg van de onzuiverheid gevolgd, met heel zijn lichaam - en heel zijn ziel. - Zijn geloof is vervaagd, hoewel hij wel beseft dat het geen echt geloofsprobleem is, waar hij mee zit

“U zei me dat ik met mijn verleden een - andere - heilige Augustinus kan worden. Ik twijfel er niet aan en ik wil dat heel graag bewijzen, vandaag nog meer dan gisteren.”

Maar dan moet je er dapper en radicaal het mes inzetten, net als de heilige bisschop van Hippo.

Ja, vraag berouwvol vergiffenis en doe veel boete voor de onzuivere episoden van je voorbije leven, maar haal ze niet meer voor je geest.

Dat gesprek - smerig, als een riool!

Het is niet genoeg dat je er niet aan meedoet: laat duidelijk je afschuw blijken!

Het lijkt wel of je - geest - verminderd is, kleiner geworden, tot er nog maar een puntje over is. En je lichaam wordt groter, reuzegroot, tot het allesoverheersend is. - Voor jou heeft de heilige Paulus geschreven: “Ik kastijd mijn lichaam en maak het tot mijn slaaf, opdat ik niet, na anderen gepredikt te hebben, zelf verloren ga”.

Wat kun je het te doen hebben met mensen die - op grond van hun eigen droeve ervaring - beweren, dat je niet kuis kunt zijn als je midden in de wereld leeft en werkt!

Uitgaande van die weinig logische gedachtengang zouden ze zich ook niet gekrenkt moeten voelen, als anderen de nagedachtenis van hun ouders, van hun broers en zusters, van hun vrouw, of van hun man zouden onteren.

Een biechtvader, een beetje ruw, maar met veel ervaring, maakte aan de onzinnige gedachten en woorden van een bepaalde ziel een einde en riep hem tot de orde met de opmerking: “Nu gedraag je je als een koe, over een tijdje misschien wel als een geit en dan, in ieder geval als een dier dat niet naar de hemel kan kijken”.

Je bent - wat je bent: een klein beest.

Maar je zult moeten toegeven dat anderen gaaf en kuis zijn. O, en erger je dan niet als ze geen rekening met je houden of als ze je links laten liggen: zíj - mannen en vrouwen - maken plannen over allerlei menselijke aangelegenheden met mensen die een ziel en een lichaam hebben, niet met dieren

Sommigen zetten kinderen op de wereld voor hun eigen voordeel, om er zelf gemak van te hebben, voor hun eigen egoïsme - En ze beseffen niet dat kinderen een schitterende gave van de Heer zijn, waarover ze heel in het bijzonder rekenschap zullen moeten afleggen.

Kinderen voortbrengen alleen om de soort in stand te houden, - neem me niet kwalijk - dat kunnen dieren ook.

Een christelijk echtpaar kan niet verlangen de bronnen van het leven te dempen. Want hun liefde gaat uit van de Liefde van Christus en dat is overgave en offer - Bovendien, - zoals Tobias Sarah in herinnering bracht - weten christelijke echtgenoten dat “wij kinderen van heiligen zijn en ons niet mogen verenigen op de manier van de heidenen, die God niet kennen”.

Toen we klein waren, klampten we ons aan onze moeder vast als we over een donkere weg moesten of langs een hond kwamen.

Nu moeten we ons, als we de bekoringen van het vlees voelen, nauw verenigen met onze Moeder in de hemel, door te beseffen dat zij dicht bij ons is en door schietgebedjes.

Zij zal ons verdedigen en naar het licht brengen.

Je bent niet méér man of méér vrouw als je zo'n ongeregeld leven leidt.

Het is duidelijk dat wie dat denkt, het ideaal van de persoon ziet in hoeren, homoseksuelen, gedegenereerden, in mensen met een hart dat verrot is en die het koninkrijk der hemelen niet zullen kunnen binnengaan.

Mag ik je een raad geven die je dagelijks in praktijk kunt brengen? Als je de lagere neigingen van je hart voelt, bid dan langzaam tot de Onbevlekte Maagd: Zie medelijdend op mij neer, Moeder, laat me niet in de steek! - En geef die raad ook aan anderen!

Verwijzingen naar de H. Schrift
Verwijzingen naar de H. Schrift
Dit hoofdstuk in een andere taal