168
In de biecht toonde je de misère van je voorbije leven - dat een etterende wond was. En de priester behandelde je ziel als een goede arts, een gewetensvol arts: waar dat nodig was sneed hij weg en hij zorgde ervoor, dat de wond zich niet sloot, voordat hij deze grondig had schoongemaakt. - Wees hem daar dankbaar voor!
Onderwerpen
Dit punt in een andere taal
Document afgedrukt van https://escriva.org/nl/surco/168/ (25-4-2024)