498

Je schrijft me terwijl je in de keuken zit, bij het fornuis. Het wordt avond. Het is koud. Naast je zit je jongere zus aardappelen te schillen. Als laatste van jullie heeft ook zij de - goddelijke dwaasheid - ontdekt om haar christelijke roeping op totale wijze te beleven. Ogenschijnlijk - denk je - is haar werk hetzelfde als van vroeger. En toch, er is zo'n groot verschil!

Dat is waar: vroeger deed ze niets anders dan aardappels schillen; nu heiligt ze zich door aardappels te schillen

Dit punt in een andere taal