Roeping

Waarom geef je je niet eens voor altijd over aan God…, metterdaad…, nu?

Als je je weg duidelijk voor je ziet, volg hem dan. - Waarom schud je de lafheid die je tegenhoudt, niet van je af?

“Gaat, verkondigt het Evangelie… Ik zal met u zijn”… - Dat heeft Jezus gezegd… en Hij heeft het tegen jou gezegd.

De vaderlandsliefde, die prijzenswaardig is, brengt velen ertoe van hun leven een dienst, een “krijgsdienst” te maken. - Vergeet niet dat Christus ook Zijn “krijgsdienst” heeft, en mensen die gekozen worden in Zijn dienst.

Et regni eius non erit finis. Zijn Rijk zal geen einde hebben!

Verheugt het je niet, voor zo'n Koninkrijk te werken?

Nesciebatis quia in his quae Patris mei sunt oportet me esse? Wisten jullie niet, dat Ik me met de dingen van mijn Vader moet bezighouden?

Dit is het antwoord van de knaap Jezus. Het antwoord aan zijn Moeder (en wat voor een moeder!), die Hem drie dagen lang zoekt, en vreest Hem niet meer terug te vinden. - Het antwoord, dat zijn echo vindt in die andere woorden van Christus, die St. Matteüs opgetekend heeft: “Wie zijn vader of moeder meer liefheeft dan Mij, is Mij niet waardig”.

Het is al te simpel de waarde van het apostolaat af te willen meten aan wat men er aan de buitenkant van ziet. - Als je deze maatstaf aanlegt, zou je de voorkeur moeten geven aan een mud kolen boven een handvol diamanten.

Nu je je aan God overgegeven hebt, moet je Hem om een nieuw leven vragen, als “waarmerk” dat de echtheid van je zending als man van God bevestigt.

Dit ideaal, deze roeping van jou is… een dwaasheid. - En de anderen - jouw vrienden, jouw broeders - zijn dwazen…

Heb je deze uitroep nooit in je binnenste gehoord? - Antwoord, met beslistheid, dat je God dankbaar bent voor de eer tot dit “gekkenhuis” te behoren.

Je schrijft me: “Het grote verlangen dat we allen hebben, dat het opschiet en zich uitbreidt, lijkt om te slaan in ongeduld: wanneer zal de grote doorbraak komen, wanneer zal de wereld van ons zijn?”

En je voegt eraan toe: “Dit verlangen zal niet zonder vrucht blijven, als we het afreageren door de Heer te “dwingen” en lastig te vallen: dan zullen we echt tijd gewonnen hebben.”

Ik begrijp heel goed je lijden, nu je noodgedwongen niets kunt doen en aan het vele werk denkt dat nog gedaan moet worden. - Jouw hart is te groot voor deze wereld en toch moet het zich schikken… in een opnbeduidend baantje.

Maar… is nu misschien het ogenblik niet gekomen om het “fiat” te zeggen: “Uw wil geschiede?”…

Twijfel er niet aan: je roeping is de grootste genade die de Heer je had kunnen verlenen. - Dank Hem hiervoor.

Het is meelijwekkend al die massa's mensen te zien uit alle lagen van de maatschappij - zonder idealen! Zij wekken de indruk niet te beseffen dat ze een ziel hebben. Zij zijn als… een horde runderen, een kudde schapen…, een troep zwijnen.

Jezus, met de hulp van uw barmhartige Liefde zullen we de horde veranderen in een compagnie, de kudde in een leger…, en van de troep zullen we diegenen afzonderen en zuiveren, die niet meer onrein willen zijn.

Het apostolaat is geen hefboom en geen springplank.

Heer, maak ons tot dwazen, behept met zo'n aanstekelijke dwaasheid, dat velen erdoor aangetrokken worden tot Uw apostolaat.

Nonne cor nostrum ardens erat in nobis, dum loqueretur in via? Brandde ons hart niet in ons, toen Hij onderweg met ons sprak?

Deze woorden van de leerlingen van Emmaüs zouden, als je een waar apostel bent, spontaan op de lippen moeten komen van je collega's, nadat ze je op hun levensweg hebben ontmoet.

Aanvaard je apostolaat met de bedoeling alles te geven en geen aards voordeel te zoeken.

Door je als apostel te willen, heeft de Heer je eraan herinnerd dat je een “zoon van God” bent. Vergeet dit niet.

Ieder van jullie moet er voor zorgen een apostel van apostelen te zijn.

Apostolische mens, je bent zout. - Bonum est sal, het zout is goed, zo zegt het heilig Evangelie, si autem sal evanuerit, maar als het zout zijn kracht verliest…, dan deugt het noch voor het land, noch voor de mest; men werpt het weg als nutteloos.

Apostolische mens, je bent zout. - Maar als je je kracht verliest…

Mijn kind, als je van je apostolaat houdt, kun je er zeker van zijn dat je van God houdt.

Wanneer je helemaal in je apostolaat “opgaat”, zal het een harnas voor jou zijn, waarop alle aanvallen van je vijanden, die van de aarde en die van de hel, afketsen.

Bid voortdurend om de volharding voor jezelf en voor je broeders in het apostolaat; want onze tegenstander, de duivel, weet maar al te goed dat jullie zijn grote vijanden zijn… En hoe verheugt hij zich over ieder van jullie die ten val komt!

Zoals ijverige kloosterlingen zich inspannen om te weten te komen hoe de eerste leden van hun orde of congregatie leefden, om hun gedrag hierop af te stemmen, zo moet jij, christen, proberen het leven te leren kennen en na te volgen van de leerlingen van Jezus, die met Petrus en Paulus en Johannes bevriend waren en bijna getuigen waren van de dood en de verrijzenis van de Meester.

Je stelt me een vraag… en ik antwoord: jouw volmaaktheid bestaat erin zo volmaakt mogelijk te leven op die plaats, in dat beroep en in die rang, waar God je door middel van het gezag geplaatst heeft.

Bidt voor elkaar. - Is er een die wankelt?… - En nog een?… Gaat door met bidden, zonder de vrede te verliezen. - Gaan ze weg? Gaan ze verloren?… De Heer heeft jullie van eeuwigheid af geteld!

Je hebt gelijk. - Vanaf de top, schrijf je me, is er zover het oog reikt, en dat betekent: in een radius van vele kilometers, geen vlakte te zien: achter elke berg is een andere. Als het landschap ergens milder schijnt te worden, verschijnt, wanneer de mist optrekt, een bergketen die tot dan toe verborgen gebleven was.

Zo is het, zo moet het ook met de horizon van je apostolaat zijn: het is nodig heel de wereld door te trekken. Er zijn voor jullie evenwel geen gebaande wegen… Die moeten jullie zelf banen, dwars door de bergen, met je eigen voetstappen.

Verwijzingen naar de H. Schrift
Verwijzingen naar de H. Schrift
Verwijzingen naar de H. Schrift
Verwijzingen naar de H. Schrift
Verwijzingen naar de H. Schrift
Dit hoofdstuk in een andere taal