100

Ik zou bij het thema gezin willen stilstaan en iets dieper ingaan op de opvoeding van de kinderen en op hun relatie met de ouders. De veranderingen die het gezin tegenwoordig ondergaat bemoeilijken in veel gevallen het wederzijdse begrip en zijn de oorzaak van het zogenoemde generatieconflict. Hoe kunnen die moeilijkheden overwonnen worden?

Het probleem is niet nieuw, al treedt het tegenwoordig misschien door de snelle ontwikkelingen binnen de maatschappij vaker en veel scherper op. Het spreekt vanzelf en het is volkomen natuurlijk dat jongeren en volwassenen verschillend over dingen denken; dat is altijd zo geweest. Het zou een verrassing zijn als een opgroeiend kind net zo zou denken als een volwassene. Wij hebben allemaal de neiging gevoeld ons te verzetten tegen de volwassenen toen we onafhankelijk begonnen te denken. Allemaal hebben we in de loop der jaren ingezien dat onze ouders in veel gevallen, die ze vanuit hun ervaring en liefde voor ons beoordeelden, gelijk hadden. Daarom is het op de eerste plaats een zaak van de ouders - zij hebben immers deze ervaring reeds gehad - om soepel en joviaal te proberen het begrip voor elkaar te vergemakkelijken en om met een intelligente liefde deze mogelijke conflicten te vermijden.

Ik geef de ouders steeds het advies om te proberen echte vrienden van hun kinderen te worden. De voor de opvoeding noodzakelijke ouderlijke autoriteit is beslist te combineren met een echte vriendschap, die vereist dat men zich op de een of andere manier op hetzelfde niveau van de kinderen weet te verplaatsen. Kinderen, al zijn ze nog zo opstandig en eigenzinnig, verlangen eigenlijk altijd naar een open, broederlijke verhouding met hun ouders. De sleutel daarvan ligt in het wederzijds vertrouwen. Dat veronderstelt dat ouders hun kinderen in een klimaat van oprechtheid weten op te voeden en bij hen nooit de indruk wekken hen te wantrouwen; dat ze hun kinderen geleidelijk aan vrij laten en ze leren hun vrijheid met eigen verantwoordelijkheid te gebruiken. Het is beter dat ouders zich een keer laten bedriegen dan dat ze wantrouwen tonen. Het vertrouwen dat men in hen stelt, zorgt ervoor dat kinderen zelf zich schamen wanneer ze dat vertrouwen misbruikt hebben, en zij zullen zich beteren. Maar laat je ze niet vrij en voelen ze dat ze gewantrouwd worden, dan betekent dat voor hen een voortdurende aansporing om niet eerlijk te zijn.

Deze vriendschap waarover ik spreek, dit zich weten te verplaatsen op het niveau van de kinderen, waardoor het vertrouwelijk gesprek over hun kleine problemen vergemakkelijkt wordt, maakt het bovendien mogelijk - en dat lijkt mij van grote betekenis - dat ouders zelf aan hun kinderen geleidelijk aan de oorsprong van het leven uiteenzetten, zich daarbij aanpassen aan hun mentaliteit en bevattingsvermogen en steeds enigszins vooruitlopend op hun natuurlijke nieuwsgierigheid. Je moet voorkomen dat kinderen achter deze materie iets slechts gaan zoeken, dat ze wat op zich edel en heilig is, leren kennen door de smerige opmerkingen van een vriend of vriendin. Hier ligt voor de ouders een gunstige gelegenheid om de vriendschappelijke vertrouwensrelatie met hun kinderen te versterken, en om bij het ontwaken van het zedelijke besef een vervreemding te voorkomen.

Ouders moeten jong van hart zien te blijven, dan zal het voor hen makkelijker zijn om sympathiek te staan tegenover dat wat de jeugd echt bezielt, en zelfs tegenover hun eigenzinnigheden. Het leven verandert en er zijn veel nieuwe dingen die ons misschien niet bevallen. Het is mogelijk dat veel ervan ook helemaal niet beter is dan het oude, maar dat wil niet zeggen dat het slecht is. Het is niets anders dan een uiting van een levensstijl en heeft verder niet veel te betekenen. Vaak ontstaan conflicten alleen maar omdat kleinigheden veel te tragisch genomen worden, waar je met een wat ruimere blik en wat meer zin voor humor best overheen had kunnen stappen.

Dit punt in een andere taal