11

Deze katholieke Kerk is rooms. Ik geniet van dat woord: rooms! Ik voel mij rooms, omdat rooms wil zeggen universeel, katholiek; omdat het mij de paus innig doet liefhebben, il dolce Cristo in terra,de lieve Christus op aarde, zoals de heilige Catharina van Siëna —die ik zo liefheb— telkens graag zei.

"Vanuit dit rooms katholiek centrum —onderstreepte paus Paulus VI in de slotzitting van het Tweede Vaticaans Concilie— is, in theorie, niemand onbereikbaar. Allen kunnen en moeten bereikt worden. Voor de katholieke Kerk is uiteindelijk niemand een vreemdeling, niemand wordt buitengesloten, niemand kan denken zich op verre afstand te bevinden" (Tweede Vaticaans Concilie, Constitutiones, Decreta, Declarationes, Vaticaanstad, 1966, p. 1079). Uit alle macht vereer ik het Rome van Petrus en Paulus, doordrenkt met het bloed van de martelaren, het centrum van waaruit zovelen vertrokken zijn om in de hele wereld het verlossende woord van Christus te verbreiden. Rooms zijn heeft niets te maken met een of ander soort particularisme, maar alles met authentiek oecumenisme. Het veronderstelt het verlangen het hart te verruimen en voor allen te openen met de verlossende hartstocht van Christus die allen zoekt, allen opneemt, omdat Hij als eerste alle mensen bemind heeft.

De heilige Ambrosius schreef een paar korte woorden die een vreugdelied vormen: "Waar Petrus is, daar is de Kerk, daar heerst niet de dood, maar het eeuwig leven" (H. Ambrosius, In XII Ps Enarratio, 40, 30). Waar immers Petrus en de Kerk zijn, daar is Christus: en Hij is de redding en de enige weg.

Dit punt in een andere taal