12

De Kerk is apostolisch

De Heer heeft zijn Kerk gesticht op de zwakte —maar ook op de trouw— van een paar mannen, de apostelen, aan wie Hij de blijvende bijstand van de Heilige Geest beloofde. Laten we nogmaals die bekende tekst lezen die altijd weer nieuw en actueel is: Mij is alle macht gegeven in de hemel en op aarde. Gaat dus en maakt alle volkeren tot mijn leerlingen en doopt hen in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest en leert hun te onderhouden alles wat Ik u bevolen heb. Ziet, Ik ben met u alle dagen tot aan de voleinding der wereld (Mat 28, 18-20).

De prediking van het evangelie in Palestina begint niet uit privé initiatief van enige zeer vurige personen. Wat konden de apostelen doen? Zij telden in hun tijd niet mee. Zij waren niet rijk, niet ontwikkeld, in menselijk opzicht geen helden. Jezus legde een onmetelijke, goddelijke taak op de schouders van deze handvol leerlingen. Niet gij hebt Mij uitgekozen, maar Ik u en Ik heb u de taak gegeven op tocht te gaan en vruchten voort te brengen die blijvend mogen zijn. Dan zal de Vader u geven al wat gij Hem in mijn Naam vraagt (Joh 15, 16).

Door de tweeduizend jaren van de geschiedenis van de Kerk heen is de apostolische successie in stand gebleven. "De bisschoppen —verklaarde het Concilie van Trente— zijn de apostelen, op hun plaats opgevolgd […] en zijn, zoals de apostel [Paulus] zelf zegt: aangesteld door de Heilige Geest tot leiders om Gods Kerk te hoeden (Hand 20, 28)" (Concilie van Trente, Doctrina de sacramentis ordinis; DS 1768960). En onder de apostelen heeft Christus zelf Simon tot voorwerp van een bijzondere uitverkiezing gemaakt: Gij zijt Petrus, en op deze steenrots zal ik mijn Kerk bouwen (Mat 16, 18). Ik heb voor u gebeden —voegt Hij er verder aan toe— dat uw geloof niet zou bezwijken. Wanneer ge eenmaal tot inkeer gekomen zijt, versterk dan op uw beurt uw broeders (Luc 22, 32).

Petrus ging naar Rome en vestigde daar de zetel van de primaat, van de Vicarius Christi, de plaatsbekleder van Christus op aarde. Om die reden vertegenwoordigt Rome het duidelijkst de apostolische successie, daarom wordt zij bij uitstek 'de apostolische stoel' genoemd. Het Eerste Vaticaans Concilie heeft met de woorden van een eerder concilie, dat van Florence, verklaard dat "allen die Christus trouw zijn, dienen te geloven, dat aan de heilige Apostolische Stoel en aan de paus van Rome het primaatschap over de gehele wereld toekomt en dat dezelfde paus van Rome opvolger is van de gelukzalige Petrus, de eerste onder de apostelen; dat hij de waarachtige plaatsbekleder van Christus is en hoofd van de hele Kerk en vader en leraar van alle christenen; dat hem in de persoon van de gelukzalige Petrus door onze Heer Jezus Christus de volle macht werd overgedragen de Wereldkerk te hoeden, te regeren en te besturen" (Eerste Vaticaans Concilie, Dogmatische constitutie Pastor aeternus; DS 30591826).

Dit punt in een andere taal