22

U zult nu begrijpen, waarom de zichtbare en de onzichtbare Kerk niet van elkaar gescheiden kunnen worden. De Kerk is tegelijkertijd een mystiek lichaam en een juridisch lichaam. "Door het feit alleen al dat de Kerk een lichaam is, kan zij met de ogen worden waargenomen" (Leo XIII, Encycliek Satis cognitum, AAS 28, p. 710), leert Leo XIII. In het zichtbare lichaam van de Kerk —in het gedrag van mensen die haar hier op aarde vormen— zien we domheden, besluiteloosheid en daden van verraad. Maar dat is niet de hele Kerk, noch mag men het verwarren met zulk onwaardig gedrag. Integendeel, er is, hier en nu, geen gebrek aan blijken van edelmoedigheid, heldhaftigheid en aan levens vol heiligheid die geen opzien baren, die vol blijdschap verstrijken in dienstbaarheid aan broeders en zusters in het geloof, en aan alle zielen.

Denk er bovendien aan, dat als de valpartijen de moedige en waardevolle daden in aantal overtreffen, toch deze mystieke werkelijkheid —duidelijk, onloochenbaar, ook al nemen wij die met onze zintuigen niet waar— zal blijven bestaan, die het lichaam is van Christus, van de Heer zelf, de werking van de Heilige Geest, de liefdevolle aanwezigheid van de Vader.

De Kerk is derhalve én menselijk én goddelijk. "Zo is dan de Kerk een maatschappij, die goddelijk is in haar oorsprong; zij is bovennatuurlijk in haar doel en in alles wat daarmee onmiddellijk verband houdt; maar zij is menselijk omdat zij uit mensen is samengesteld" (Ibidem, p. 724). Zij leeft en handelt in de wereld, maar haar doel en kracht zijn niet op aarde, doch in de hemel.

Degenen die trachten een charismatische Kerk —wat de werkelijk door Christus gestichte Kerk zou zijn— te scheiden van een andere, juridische of institutionele Kerk die het werk van mensen zou zijn en het simpele gevolg van de toevalligheden der geschiedenis, vergissen zich ernstig. Er is slechts één Kerk. Christus stichtte één enkele Kerk: zichtbaar en onzichtbaar, met een hiërarchisch en organisatorisch lichaam, met een basisstructuur van goddelijk recht, en een inwendig bovennatuurlijk leven dat haar bezielt, schraagt en levend maakt.

Het is onmogelijk u niet voor ogen te houden dat, toen de Heer zijn Kerk grondvestte, "Hij de Kerk gesticht en georganiseerd heeft niet als een aggregaat van kerkgenootschappen, die wel in algemene trekken een zekere gelijkenis met elkaar zouden hebben, maar die toch werkelijk onderscheiden zouden zijn en zonder de banden die slechts de Kerk tot zulk een onverdeeld uniek organisme maken… En inderdaad, waar Jezus over dit mystieke gebouw spreekt, vermeldt Hij slechts één Kerk, en die noemt Hij ‹de Zijne›. Ik zal mijn Kerk bouwen (Mat 16, 18). Iedere andere kerk die men zich buiten haar in gedachten zou vormen, kan de ware Kerk van Christus niet zijn" (Ibidem, pp. 712-713).

Geloof, zeg ik nog eens; laten wij ons geloof vermeerderen; door er om te vragen aan de Allerheiligste Drieëenheid wiens feest wij vandaag vieren. Alles is mogelijk, maar niet dat de driewerf Heilige God zijn Bruid in de steek laat.

Dit punt in een andere taal