24

Ons heil is in de Kerk

Het is onmogelijk te vergeten dat de Kerk heel wat meer is dan zomaar een weg naar onze zaligheid: zij is de enige weg. Dat is niet bedacht door mensen, Christus heeft het zo beschikt: Wie gelooft en gedoopt is, zal gered worden, maar wie niet gelooft zal veroordeeld worden (Mar 16, 16). Daarin ligt de bevestiging dat de Kerk noodzakelijk is om de zaligheid te bereiken, een middel waar geen mens buiten kan. In de tweede eeuw al schreef Origenes: "Als iemand gered wil worden, laat hij dan naar dit huis komen, zodat hij die redding kan verwerven… Laat niemand zich illusies maken: buiten dit huis, dat wil zeggen buiten de Kerk, zal niemand gered worden" (Origenes, Homiliae in Jesu Nave, 5, 3; PG 12, 841). En de heilige Cyprianus zegt: "als iemand [aan de zondvloed] ontsnapt zou zijn, dan zouden wij toegeven, dat wie de Kerk de rug toekeert aan zijn veroordeling zou kunnen ontkomen" (H. Cyprianus, De catholicae Ecclesiae unitate, 6; PL 4, 503).

Extra Ecclesia nulla salus, buiten de Kerk geen heil. Dat is gedurig de mening van de kerkvaders. "Buiten de katholieke Kerk kan men alles vinden —geeft sint Augustinus toe— behalve het heil. Men kan aanzien hebben, de sacramenten hebben, ‹alleluja› zingen, met ‹amen› antwoorden, het evangelie onderhouden, geloof hebben in de Vader, in de Zoon en in de Heilige Geest, en dat verkondigen; maar men kan, als men niet binnen de katholieke Kerk is, nooit de zaligheid vinden" (H. Augustinus, Sermo ad Cassariensis plebem, 6; PL 43, 456).

Niettemin "herleiden sommigen de noodzakelijkheid van het lidmaatschap van de ware Kerk om tot het eeuwig heil te komen tot een lege formule" (Pius XII, Encycliek Humani generis, AAS 42, p. 570), zoals paus Pius XII ruim twintig jaar geleden betreurde. Dit geloofsdogma vormt de basis van het medeverlossend handelen van de Kerk, het is het fundament van de zware apostolische verantwoordelijkheid van katholieken. Bij de uitdrukkelijke geboden van Christus behoort het onvoorwaardelijk gebod ons door het doopsel in te lijven in het mystieke lichaam van Christus. "En Christus heeft niet alleen het voorschrift gegeven, dat alle mensen de Kerk moeten binnengaan, maar Hij heeft ook vastgesteld, dat de Kerk het middel tot het heil is, zonder hetwelk niemand waardig is het koninkrijk van de hemelse glorie binnen te gaan" (Pius XII, Brief van het Heilige Officie aan de aartsbisschop van Boston, 8 augustus 1949; DS 3868).

Het is een geloofspunt, dat wie niet tot de Kerk behoort niet gered zal worden; en iemand die niet gedoopt is behoort niet tot de Kerk. De rechtvaardiging "is na de openlijke verkondiging door het evangelie niet mogelijk zonder het bad van de wedergeboorte of het verlangen daartoe" (Concilie van Trente, Decreet De iustificatione, cap. 4; DS 1524796), zoals het Concilie van Trente bepaald heeft.

Dit punt in een andere taal