46

"De priester verricht twee handelingen: één, de belangrijkste, raakt het echte lichaam van Christus; en de andere, van secondair belang, raakt het mystieke lichaam van Christus. De tweede handeling nu is van de eerste afhankelijk, wat omgekeerd niet het geval is" (H. Thomas van Aquino, Summa Theologiae, Suppl. q36 a2 ad1). Daarom bestaat het meest belangrijke deel van het priesterambt in de zorg dat alle katholieken altijd met groeiende zuiverheid, nederigheid en eerbied tot het heilig Misoffer naderen. Als de priester zich daartoe inspant, wordt hij zelf nooit bedrogen noch de gewetens van zijn medechristenen.

In de heilige Mis aanbidden wij en vervullen zo in liefde de eerste plicht van het schepsel tegenover zijn Schepper: De Heer uw God zult gij aanbidden, en Hem alleen dienen (Mat 4, 10; vgl. Deut 6, 13). Niet het kille, uiterlijke vertoon van de dienstknecht, maar de intieme achting en gehechtheid, zo passend voor de tedere liefde van een zoon..

In de heilige Mis vinden wij de gelegenheid bij uitstek te boeten voor onze zonden en voor die van alle mensen: om, met de heilige Paulus, te kunnen zeggen dat wij in ons lichaam aanvullen wat nog ontbreekt aan het lijden van Christus (vgl. Kol 1, 24). Niemand trekt alleen door deze wereld. Niemand kan zich geheel vrij pleiten van de schuld aan het kwaad dat op aarde bedreven wordt, welke een gevolg is van de erfzonde en van de vele persoonlijke zonden. Laten wij het offer beminnen en de boete zoeken. Hoe? Door ons in de heilige Mis te verenigen met Christus, Priester en Slachtoffer: Hij draagt altijd de geweldige last van de trouweloosheden van de schepselen, uw trouweloosheden en die van mij.

Dit punt in een andere taal